Actuator: De motor en het terugkoppelcircuit voor besturing van de schotelbewegingen. Onderdeel van een draaibare schotelopstelling. ADR ASTRA DIGITALE RADIO, dit is een voorziening van de ASTRA waarbij op de hulpdraaggolven (subcarriers) van de analoge transponders langs digitale weg hoogwaardige stereo radio-programma's worden uitgezonden. ADR komt overeen met het Musicam (MPEG-1) geluidsprocede. AFC Automatic Frequentie Control = Automatische frequentie (bij-)regeling. AFSTANDSBEDIENING Niet alleen satelliettuners maar ook andere apparatuur worden doorgaangs draadloos bediend. Een andere benaming voor afstandsbediening is ook "Remote Control". AGC Automatic Gain Control Automatische regeling van de versterking. Alphacrypt De opvolger van Irdeto Allcam SE. Decodeert zowel Irdeto als Betacrypt. APID (Audio PID) audio program identification APOGEUM Na de lancering komt een satelliet in een zo gunstig mogelijk ellipsvormige (GTO) baan. De ellipsvormige baan heeft als hoogste punt (het Apogeum) op zo'n 36000 km. De snelheid van de Satelliet heeft op dit punt een snelheid van 1597 m/sec. Daarna wordt hij weer door de aarde aangetrokken en komt op het PERIGEUM (het punt van de ellipsvormige baan dat het dichtst bij de aarde ligt met z'n 400 km). Aston Seca De CAM (decodeermodule) voor het decoderen van de Seca Mediaguard codering zoals gebruikt door Canal+ Nederland B.V. Astra Inmiddels een 7-tal satellieten geparkeerd op 19.2 gr Oost. Eigendom van de S.E.S uit Luxemburg. Het 2e geostationaire slot van Astra is op 28.2 gr Oost. ATMOSFERISCHE VERLIEZEN Een klein deel van de uitgezonden energie komt daadwerkelijk aan op aarde. Tussen zend- en ontvangstantenne verliest het signaal maar liefst 205dB (in de KU-band) aan sterkte. Binnen de dampkring is een deel van de verliezen te wijten aan electronenabsorbtie door zuurstofmoleculen en door waterdamp. Door de lagere frequentie in de C-band zijn hier de verliezen wat geringer. ATTENUATION Dit is de verzwakking van een elektrisch signaal of lichtbron. AV-bus De vroegere DIN-aansluiting op TV's, bedoeld voor videorecorders, satellietontvangers en en/of HiFi-installaties, is inmiddels vervangen voor de Scart-bus. De Scartconnector is een 21 polige, vrij vierkanten connector. Azimuth Een schotel moet wanneer het op één satelliet gericht staat, aan twee waarden voldoen; het moet een elevatie- en een azimuth waarde hebben. De azimuth-waarde wordt uitgedrukt in kompasgraden en geeft aan in welke kompasrichting de satelliet staat. Via wiskundige berekeningen (goniometrie van de boldriehoeks-meting) kunnen deze waarden, gegeven uw woonplaats en de gewenste satelliet berekend worden. B-FRAME Dit is bij MPEG een voorgeschreven manier van digitale beeldopbouw. Bij zo'n "bi-directioneel" frame worden componenten van zowel voorafgaande als komende beelden meegewogen. BANDBREEDTE Is een gebied (spectrum) waarbinnen een signaal (elektromagnetische trilling) door een zender/ontvanger goed kan worden verwerkt (doorgelaten wordt). Voor de meeste satellieten is dit een breedte van zo'n 27 MHz. Voor sommige 36 MHz. Een andere benaming is overdrachtscappaciteit. BASEBAND (Basisband) Wordt bij D2MAC of VideoCrypt aangeboden als basissignaal. Nadat een analoog signaal door de ontvanger is ontvangen en versterkt, kan het verder uitgeplozen worden. D.w.z. het audio eraf zodat er alleen video overblijft (CCIT de-emphasis filtering). (Video ) uitgangssignaal van ca 50 Hz-6 MHz op een monitor zichtbaar. BDB British Digital Broadcasting. "Kabel" concurrent van BSkyB. BEAM Bundel of gebied (gericht). Beam-antennes zijn richtantennes. Beam in deze betekenis; verzorgingsgebied van de satelliet op aarde. Zo kunnen er verschillende soorten verzorgingsgebieden zijn, b.v. elliptische of circelvormige gebieden. Deze vorm hangt af van de invalsrichting vna het signaal, en de openingshoek van de zendantenne. Zo onderschijdt men global-beams, hemisphere-beams, zone-beams en spot-beams. BER Dit staat voor Bit Error Rate(Bitfoutratio), en is het totaal aantal ontvangen digitale pakketjes gedeeld door het totale aantal pakketjes per tijdseenheid. Uiteraard spreken we hier alleen over bij DIGITALE signalen. Er zijn twee soorten BER, nl: BER-in en BER-out oftewel voor- of nafoutcorrectie. Betacrypt Een variant binnen het Irdeto coderingssysteem. Wordt gebruikt door de Duitse provider Premiere World BLOK-CONVERTER Microgolf-omzetter, ook wel block-downconverter. Dit onderdeel zet een compleet frequentiebereik om naar een ander. B.v. 10,9...11,7 GHz naar een eerste MF van 950...1750 MHz. BLOKKEN Bij DVB wordt het beeld bloksgewijs gecodeerd. Als er tijdens de ontvangst hiervan storingen zijn kunnen defecte blokken in het beeld teruggevonden worden. BNC Bajonet Nut Connector. Dit is een Hoogfrequente coaxiale stekerverbinding. Bootloader De bootloader is het eerste programma dat gestart wordt bij het aanzetten van je receiver. Deze bootloader zorgt er vervolgens voor dat het operating system van de receiver wordt gestart. Dat operating system noemen we ook wel de firmware van de receiver. C-BAND Dit zijn de satellietfrequenties in het gebied 3.7 t/m 4.1 GHz. C-MAC Relatief nieuwe overdrachtsnorm voor tvsignalen met grotere bandbreedte (15 MHz), zoals die bij satellieten beschikbaar is (in tegenstelling tot aardse zenders). Bij deze norm worden de afzonderlijke beeldcomponenten gemultiplext. De C staat voor het audiomodulatiesysteem, terwijl MAC staat voor Multipexed Analogue Components. C/N-VERHOUDING Carier to Noise Ratio (ook wel afgekort tot CNR) Dit is een verhouding in dB's tussen het signaal en de (systeem) ruis. Het spreekt voor zich hoe beter de verhouding (ruisgetal F), hoe beter en vaak duurder de apparatuur. Bij analoge signalen dient het ontvangen signaal 12dB hoger te zijn dan het c/n getal, en voor digitale signalen is dit 9dB. Anders gezegt; De verhouding v/d (gewenste) signaalsterkte tot de (ongewenste en onvermijdelijke) aanwezige storende ruis-component. CA Cloud Analysis of wolkenanalyse CAM Een Conditional Access Module (CAM) is de bouwsteen waarin het CA systeem is ondergebracht. CAM's kunnen als losse modules worden geleverd, maar soms zijn ze ook vast in de receiver ingebouwd. Embedded CAM noemt men dat. De CAM bevat ook alle software die nodig is voor de communikatie met je kaart. CAM Conditional Acces Module wil niets anders zeggen dat het een uitwisselbaar -decodeer en versleutel- gedeelte van een digitale ontvanger is. Dit tbv de smartcards CARRIER Draaggolf; aanduiding voor het hoogfrequente signaal waarop het informatie bevattende signaal wordt gemoduleerd. CASSEGRAIN De cassegrain is een te vergelijken schotel als de primefocus (van een sterrenkijker ontleende constructie). De LNB wordt middels een hyperbolische hulpreflector aangestraald. Door deze construktie is het rendement verder opgelopen tot wel zo'n 70%. CET Central Europenean Time (Centrale Europese Tijd). Engeland (GMT/UCT) +1 uur. CHANNEL Kanaal of frequentiegebied voor een specifieke (radio, TV, telex) uitzending. TV-kanaal is 6 MHz breed, AM radio 15 KHz, FM 300 KHz, Satelliet 27-36 MHz. CHROMINANTIE Kleurinformatie bij de overdracht van een kleurentelevisiesignaal.als deel van het gedemoduleerde TV-signaal. CIRCULAIRE POLARISATIE Om wederzijdse beinvloeding en storing te voorkomen, wordt bij deze polarisatie (elektrische vector) het signaal links- dan wel rechtsdraaiend (roterend) gepolariseerd. uitgezonden of ontvangen. CLAMPING Begrenzende schakeling of limiter, soms het signaal op een zeker niveau vastleggend. CLARKE Een Engelse ingeneur en auteur Arthur Clarke die in 1945 het idee van satellietzenders publiceerde. CLARKE BELT Zie ook Geostationaire baan. Gordel of baan om de aarde waarop geo-stationaire satellieten kunnen worden gesitueerd. CLUSTER Een groep satellieten op dezelfde nominale baanpositie. Coax Om het satelliet-signaal voldoende sterk naar de in de huiskamer opgestelde ontvanger te krijgen is een speciale transport-kabel nodig; COAX-KABEL. Deze kabel dient m.b.v. speciale pluggen aangesloten te worden en dient voor satelliet-ontvangst van een zeer goede kwaliteit te zijn. Ook moet de kabel vakkundig behandeld worden. COINCIDENTIE Komt veel voor in het voor- en najaar. Dit is , vanuit de ontvangstschotel gezien, het in 1 lijn "zien" van satelliet en de zon. Schotelbezitters vinden dit niet fijn, omdat dit niet alleen spikes veroorzaakt maar soms ook nog ergere schades. Ook de warmte wordt immers teruggekaatst naar het brandpunt van de schotel, en daar bevindt zich ook de LNB. Common Interface Common Interface (CI) is een PCMCIA module die in een satelliet ontvanger geplaatst kan worden, die is uitgevoerd met een slot (insteekplaats) volgens de Common Interface standaard. Common Interfaces zijn o.a. voor Irdeto, Seca (aston), Viaccess, Nagravision, Conax, Cryptoworks, enz. COMPOSITIESIGNAAL "Composite Baseband" Door de satelliettuner gemoduleerd audio/videosignaal. Met dit signaal kan een videoapparaat rechtstreeks via de AV-bus (scart) worden aangestuurd, of indirect via de antenne-ingang, na remodulatie. Conax Een coderingssysteem dat vooral in de scandinavische landen veel gebruikt wordt. Cryptoworks Een relatieve nieuwkomer. Het Cryptoworks coderingssysteem is door Philips ontwikkeld. D2-MAC Multiplexed Analogue Components, door Frankrijk en Duitsland overeengekomen nieuwe televisienorm voor hogkwalitatieve beeld- en geluidsoverdracht per satelliet. In Engeland had men de voorkeur voor de C-MAC variant. Ten opzichte van de bekende PAL en SECAM systemen gewijzigd overdrachtsysteem, dat naast een betere beeldkwaliteit ook 'n hoge mate van flexibiliteit mogelijk maakt. Zo kunnen meerdere audiokanalen tegelijk worden uitgezonden, plus bv. een meer uitgebreide of nieuwe data- en informatieservice. D2-MAC DECODER Dit apparaat heeft men nodig, om een in D2-Mac uitgezonden programma op 'n gewone tv te kunnen bekijken en wordt doorgaans via de scart- of AVbus aangesloten. DAB Digitale Audio Broadcasting. DATASTREAM Het totale digitale TV signaal incl. geluid, EPG, teletekst ed. dB Decibel. Logaritmische maat voor de verhouding van twee signalen. Internationale dimensieloze eenheid, bedacht door Alexander Graham Bell, om de verhouding aan te geven tussen 2 elektrische vermogens, spanningen, stromen of geluidsniveau's. 1 Bell (B)= 10 decibel. dBi Antennewinst ten opzichte van een isotrope (in alle richtingen dezelfde eigenschappen vertonend) straler. dBm Vermogensverhouding t.o.v. een milliwatt. DBS (Direct Broadcasting Satellite). Een omroepsatelliet met een hoog zendvermogen (vaak met een spotbeam), die met relatief kleine paraboolantennes te ontvangen zijn. DBS-BAND Het frequentiegebied in de KU-band tussen 11.75 en 12.5 GHz. Dit gebied is voor broadcastsatellieten. dBu Spanningsverhouding t.o.v. een microvolt. dBW Logaritmische vermogensverhouding en geeft de verhouding van een signaal in dB's ten opzichte van 1 W. De-emphasis Ten einde tijdens het transport van het analoge signaal vanaf het grondstation via de satelliet naar uw ontvangst-installatie een extra ruis-onderdrukking te krijgen wordt aan de zenderkant een pre- en aan de de ontvangerkant een de-emphasis toegepast. Bij een juiste keuze van de filterwaarden kunt u daardoor een winst in de signaal/ruis verhouding van wel 12 dB bereiken. DE-EMPHASIS Voordat een analoog signaal de zendantenne verlaat is hier een extra ruisonderdrukking aan toe gevoegd. Dit wordt Pre-Emphasis genoemd. Nadat het sinaal uw schotel bereikt heeft, en de ontvanger ingaat, wordt dit door de De-Emphasis schakeling getransporteerd. Het kan een beetje vergeleken worden met de "Dolby" schakeling van uw cassettedeck. Bij geringe uitsturing werkt het netwerk als een laag doorlaatfilter met variabele kantelfrequentie, waarvan het 3-dB-punt naar lagere frequenties verschuift. DE-INTERLASER Dit is een apparaat, om een geinterlinieerd beeldsignaal (halfbeeld) om te zetten in een progressief, niet geinterlinieerd beeldsignaal, (volbeeld). DE-MODULATOR Een schakeling (detector) om het gemoduleerde (informatie bevattende) signaal van de draaggolf te scheiden (de-moduleren). DECLINATIEHOEK Dit is de hoek tussen de pool-as en satellietantenne. Deze hoek bedraagt aan de evenaar 0° en neemt met de breedtgraad toe. Decoder Een apparaat dat vaak extern aan een satelliet-ontvanger gekoppeld wordt om een versleuteld (gecodeerd) signaal weer zichtbaar te maken. DECODER Is een schakeling (descrambler) om versleutelde/verminkte (encoded) signalen weer zichtbaar te maken. Dit kan zowel in- als extern met uw ontvanger verbonden worden. IN moderne ontvangers is een decoder vaak geintregeerd of als losse CI beschikbaar. DEMPER (satslope) M.a.w. een verzwakker om de eventuele te sterke signalen kleiner te maken voor een goed signaal voor de ontvanger. Meestal worden deze dempers gewoon tussen de coax en de ontvanger opgenomen. DESCRAMBLER Schakeling om gecodeerde tvprogramma's aan de ontvangerkant weer te kunnen decoderen. Dit zijn veelal schakelingen om de programma-aanbieders het mogelijk te maken, om kijkgelden voor de geleverde programma's te kunnen innen . DFS Deutscher Fernmelde Satelliet. De eerste duitse communicatiesatelliet, de Kopernikus DIGITAAL Niet geleidelijk , maar stapsgewijs variabel getransporteerd, uitgezonden of weergegeven signaal, meestal twee (binair) niveau's, een 0 of een 1. Door combinaties zijn er onuitputtelijke mogelijkheden. DigiTAG Digital Terrestrial Television Action Group Digitenne Digitenne is een systeem om door de ether digitale televisie- en radiosignalen en data te kunnen versturen en te ontvangen. Eén van de grote voordelen hiervan is dat u met een kleine antenne overal beeld, geluid en data kunt ontvangen met een superieure kwaliteit. Digitenne is een initiatief van Nozema (Nederlandsche Omroep-Zendermaatschappij), de NOS, VESTRA en Canal+. DIPOOL Symmetrisch geconstrueerde antenne. DISCRIMINATOR Dit is een schakeling, waarmee uit frequentie- of faseveranderingen amplitudeveranderingen kunnen worden afgeleid. Diseqc Een door Philips in samenwerking met de Eutelsat organisatie ontwikkelde standaard voor besturing van complexe buiten-installaties. Kan zowel draaibare opstellingen als multifeed LNB(F)'s en een eenvoudige vaste schotel-opstelling door één kabel, via seriële commando's, besturen. DiSEqC Besturingsinstallatie voor complexe buiteninstallaties. Dit systeem kan zowel draaibare als multifeed LNB's en een simpele vaste schotelopstelling door 1 kabel besturen. Dit gebeurd via seriele commando's. DISH Engelse term voor schotelantenne. DISPERSAL Door het gebruik van dezelfde frequenties uit diverse hoeken. En het spreiden (zo ver mogelijk uit elkaar) voorkomt men in het gehele gebied storingen. Deze verspreiding wordt Dispersie genoemd. DITHERING Dispersal of dispersie. Dit is het proces waarbij het satelliet TV signaal over de beschikbare bandbreedte wordt uitgesmeerd/verstrooid, teneinde storing van terrestrische (=aardse) microgolfzenders te voorkomen (energie dispersie). DOMSAT Domestic Satellite. Benaming van de tvsatellieten van de VS. DOWNCONVERTER Schakeling die de ingangsfrequentie in het GHz-bereik om naar het MHz-bereik. De kwaliteit van de ontvangstinstallatie hangt grotendeels van het ruisgetal van de downconverter af. Downlink Het signaal dat vanuit de satelliet naar de ontvanger wordt uitgezonden. In de andere richting (van aarde naar satelliet) wordt de uplink genoemd. DOWNLINK Zoals het opgestraalde signaal -van zender naar satelliet- UPLINK heet, wordt het retoursignaal -van satelliet naar ontvanger- DOWNLINK genoemd. DOWNLINK BUDGET Berekening van frequentie, zendvermogen en ontvangstkwaliteit via de satelliet en ontvangstpositie. DSR DIGITAL SATELLITE RADIO. Dit is in feite een achterhaalde wijze van het verzenden van radio-signalen. Het bevat geen compressie-methode, zoals ADR die kent. DSR Ongecompresseerde radiosignalen wat Digitale Satelliet Radio heet. In tegenstelling van ADR dat wel gecompresseerde signalen kent zal dit geen lang leven meer hebben. DTC Direct To Car. Satellietradio voor directontvangst. DTH Direct To Home. (schotelmarkt) DTO Direct To Office. DUAL LNB De oude LNB (Low Noise Blockconvertor) dat d.m.v. het omschakelen van het spanningsniveau twee frequentiebanden kon verwerken. Hij werd vooral gebruikt in de combinatie FSS/Telecomband. DUAL-BAND-LNC Converter voor de frequentiebereiken 10,95...11,75 GHz en 12,5...12,75 GHz. Deze frequentiebereiken worden omgeschakeld d.m.v. de voedingsspanning (14 of 18 V). DVB DVB staat voor Digital Video Broadcasting, oftewel digitale satelliet TV. DVB DIGITAL VIDEO BROADCASTING. Een norm voor het verzenden van (vele) programma's langs digitale weg. CANAL+ werkt volgens deze norm, dat een uitbreiding is van de bekende MPEG-2 norm. DVB Digitale Video Broadcasting. Dit is een relatieve nieuwe uitzendnorm als uitbreiding op de MPEG-2 norm. Hierdoor kunnen meerdere programma's digitaal in e e n frequentie worden uitgezonden. EACEM European Association of Consumer Manufactures EBU European Broadcasting Union. De vereniging van de belangrijkste Europese publieke omroepen ECLIPS Zons- of maansverduistering. In dit geval verblijft de satelliet in de schaduw van de aarde waardoor de zonnepanelen geen energie meer kunnen leveren. Als beveiliging of backup dienen de accu's aan boord van de satelliet. Wanneer een satelliet niet zogenaamd "eclipsbeveiligd" is (d.m.v. accu's) valt hij van tijd tot tijd uit. ECS European Communication Satellite. De eerste ECS satelliet F1 (Flightobject 1) in het 11 GHz-bereik werd op 16 juni 1983 gelanceerd. Deze ECS had 12 transponders met elk een bandbreedte van 82 MHz en kon alleen ontvangen worden met schotels met een diameter van 4 meter of groter.De latere benaming van ECS F1 werd Eutelsat I. EIRP Equivalent/Effectieve Isotropically Radiated Power. dus m.a.w. equivalent gelijkmatig rondom afgestraald vermogen. Het uitzendvermogen van een transponder na het verlaten van de zendschotel, uitgedrukt in dBW t.o.v. 1 Watt als een denkbeeldige, puntvormige stralingsbron. ELEKTROMAGNETISCH(E) Elektromagnetische trillingen spectrum: Golven die zich met de snelheid van het licht door de ruimte verplaatsen. Het totale gebied van frequenties waarbij deze wijze van voortplanting mogelijk is wordt het elektromagnetisch spectrum genoemd. Elevatie Dit is de hoek die de antenne met het horizontale aardvlak moet maken, warbij de schotel 'omhoog kijkt'. Deze hoek wordt in meetkundige graden uitgedrukt. Zie ook AZIMUTH. EPG EPG staat voor Electronic Program Guide (elektronische programmagids). ESA European Space Agency, ofwel Europese Ruimtevaart Organisatie. ESA is een consortium van meerdere Europese bedrijven. ESOC Europese Satelliet Organisatie in Darmstadt EUROCRYPT Een veelgebruikte coderingsvorm bij D2MAC (M en S varianten). Vooral tussen 5gr Oost en 5 gr West wordt deze vorm veel gebruikt door Scandinavische en Franse zenders. EUTELSAT European Telecommunication Satellite Organisation, een samenwerkingsverband van de Europese PTT-bedrijven, waaronder KPN. F-connector Een speciale voor zeer hoge frequenties geconstrueerde plug, wordt bij consument satelliet-installaties veel gebruikt voor de coaxkabel. F/D VERHOUDING Verhouding tussen brandpuntafstand en diameter van een schotel. Ook wel f/D-ratio of focus/diameter-ratio genoemd. FCC Federal Communications Commission. Hoogste telecommunicatie-instantie van de VS en is verantwoordelijk voor alle vergunningaanvragen en juridische zaken op telecommunicatie-gebied FEC forward error correction FEC FORWARD ERROR CONTROL. Een methode om transport-fouten bij digitale satelliet-ontvangst te corrigeren. Werkt volgens een VITERBI algoritme, die in een snele micro-processor het signaal weer corrigeert. Deze methode heeft het additionele voordel dat de C/N bij digitale ontvangst kleiner mag zijn dan die voor analoge ontvangst (z.g. decoder-gain). De FEC geschiedt aan de hand van extra uitgezonden corectie-bits. Feedhorn Bij een parabool-antenne worden alle invallende signalen in één brandpunt gebundeld. Omdat evenwel de golflengte van de microgolven (ongeveer 25mm) niet oneindig klein is t.o.v. de schotel-afmetingen onstaat er geen brandpunt, maar een brandwolk, dat bovendien niet homogeen gevuld is met energie. De feedhorn heeft tot taak de energie nog verder te bundelen, zodanig dat het optimaal op de antenne in de lnb terecht komt. Bij een bepaalde schotel-constructie behoort een bepaalde feedhorn; bij meting aan antennes meet men dus altijd de kwaliteit van de feedhorn mee. FILTER Een electronische schakeling die niet bruikbare signalen onderdrukt, en de andere juist doorlaat. Firmware: De firmware is de operatingsystem software van je receiver. FM Frequentie Modulatie, overdracht van informatie door het in overeenstemming daarmee vareren van de frequentie van een draaggolf (carrier). FOCUSHOEK De openingshoek van de feedhoorn. Wanneer je eigen oog bv de feedhoorn is, en de kijkrichting naar het schotelopervlak is, is het de bedoeling om een zo groot mogelijk deel van het schoteloppervlak te zien. Hierdoor kan een zo optimaal mogelijk deel van de signalen naar de lnb worden gestuurd. Footprint Dit is een gebied op het aardoppervlak waarbinnen een bepaalde veldsterkte heerst. Een footprint bepaalt dus, gegeven de ontvangst-lokatie, hoeveel de veldsterkte ter plaatse zal zijn. Verschillende satellieten hebben verschillende footprints en sommige hebben er zelfs meer dan één, zoals de EutelSat; de SUPERBEAM heeft een veel kleinere footprint dan de WIDEBEAM. FRAME (s) Bij analoge, bv PAL/NTSC, signalen wordt -afhankelijk van het aantal Hertz- een beel in 2 keer geschreven. Dit zijn dus 50 of 60 halve beelden. De 2 gedeeltes van het totale beeld, worden frames genoemd. Bij digitale tv wordt het beeld in groepjes (ook frames) geformeerd uitgezonden. Bekende soorten groepjes zijn de B, I, en P-frames. FREQUENTIE Het aantal periode per seconden. Frequentie f=1/T (T=trillingstijd). FSS Fixed Satellite Services, ofwel geostationaire satellieten. Dit zijn satellieten, die met dezelfde snelheid en richting als de rotatie van de aarde, op een hoogte van ca. 36.000 km boven de evenaar meebewegen, zodat ze, ten opzichte van de aarde, stilstaan. FSS-BAND De fss-band is ook een onderdeel van de KU-Band. Het gebied van deze band loopt van 10.7 t/m 11.75 GHz. Geostationairebaan Deze baan is een denkbeeldige cirkel, 35.786 km boven het aardoppervlak, waarop alle vaste satellieten zich bevinden. Dit is de plaats waarbij de satelliet ten opzichte van de aarde stilstaat; een voorwaarde voor vaste schotel-ontvangst. HELICAL ANTENNE Spiraalvormige antenne. HEMT Dit staat voor High Electron Mobility Transistor. Het grootste kenmerk van deze transistortechniek is een zeer geringe ruis. HERTZ Hz. Internationale eenheid voor frequentie. Een steeds herhalend verschijnsel met een periode van een seconde heeft een frequentie van een Hertz. HIGH-BAND Frequentiegebied tussen 11.7-12.75 GHz. HOME BOX OFFICE Amerikaanse organisatie voor distributie van o.a. bioscoopfilms, tegen betaling beschikbaar voor kabel-abonnees. HOME-FREQUENTIE Home-Frequentie is de thuisfrequentie (transponder) van een digitale operator. Vanuit deze frequentie worden allerlei zaken zoals de plaats van evt andere transponders en EPG gegevens. HOORNSTRALER Ook wel feed, bundelt de door de schotel gereflecteerde signalen en leidt deze naar de LNC of de daarvoor gemonteerde polarisator. HOTBIRD Bijnaam voor een satelliet van de Eutelsat, op 13 gr Oost. HPA High Power Amplifier ofwel krachtversterker. I-FRAME Een voor MPEG2 voorgeschreven manier van digitale beeldopbouw. Het i-frame beval alle informatie uit het beeld. Andere frames zoals b- en p-frames bevatten een beperkte informatie. IC Integrated Circuit. Een electronische schakeling met halfgeleiders (transistoren) in uiterst compacte vorm (chip). IDCS International Data Collection System om meteorologische gegevens te verzamelen. Impulse Pay Per View Impulse pay per view of interactive pay per view (ippv) is een uitbreiding op gewoon ppv. Je betaalt niet meer voor een evenement, maar je wordt afgerekend op de tijd dat je van de service gebruik maakt. INCLINATIE De hoek tussen het baanvlak van een satelliet en het evenaar/equatorvlak van de aarde. INDUSTRIE-BAND Frequentiegebied tussen 10.7 en 10.95 GHz. De frequenties waar opeens de Astra 1 gebruik van maakte. INTELSAT International Telecommunication Satellite Organisation. Ook de door deze organisatie gebruikte satellietsysteem voeren dezelfde naam. Deze satellieten zijn veelal bestemd voor telecommunicatiedoeleinden maar ook tv-programma's voor communicatie over de gehele wereld. Irdeto Een organisatie, opgericht door Ir. den Toonder (vandaar de naam), die zich bezig houdt met het ontwikkelen van systemen voor beveiligde datadistributie, zoals ppv (pay per view) en ippv (interactive of impulse pay per view). De meest bekende providers die gebruik maken van Irdeto zijn: Premiere World, Canal +, Telepiu, Stream en Nova. ISCCP International Satellite Cloud Climatology Project ter bestudering van wolken en klimaat. ISP Internet Service Provider ITC Independent Television Commission ITU International Telecommunication Union. J17 J17 is een van de de-emphasis normen waarmee het analoge geluid gecorrigeerd wordt. Andere normen zijn bv Wegener/Panda (bij Technisat TMSP), 50uS of 75uS. KA-BAND Frequentiegebied tussen 18.3 en 21.2 GHz. KELVIN Internationale standaard voor temperatuur (K). Het absolute 0-punt is 0°K = -273°C, de temperatuur dat geen enkel molecuul leeft/beweegt. KOP Een algemene kreet voor LNB(F), oftewel de "kop van de schotel". KU-BAND Frequentiegebied tussen 10.7 en 18 GHz tbv satellietcommunicatie. KWALITEIT Verhouding van de antennewinst G van een antenne tot de ruistemperatuur T v/d bijbehorende converter. Hoe hoger de G/T-verhouding, des te beter de ontvangstkwaliteit. L-BAND Frequentiegebied tussen 1.55 en 1.9 GHz. LEO Low earth orbit. LNA Low Nois Amplifier. Een ruisarme (voor-)versterker waarin hoofdzakelijk gallium-arsenide transistoren worden gebruikt. De ruistemperatuur in deze wordt in Kelvin (K) opgegeven. Een LNA is er voornamelijk voor ontvangst in de C-band. Voor de Ku-band wordt in de meeste gevallen LNC's gebruikt. LNB of LNC Een kritisch stuk elektronika, dat in het brandpunt van de schotel het elektrische signaal zowel versterkt als in frequentie naar een voor coax hanteerbare vorm omzet. Belangrijk voor de LNB kwaliteit is het ruisgetal, dat moet zo laag mogelijk zijn. Tegenwoordig zijn waarden kleiner dan 1.0dB goed haalbaar. Een LNB bevat altijd een antenne. LNBF Dit is een LNB mt een aangebouwde feedhorn en polarisatie-keuze. Meestal zijn lnbf's alleen voor offset-schotel geschikt. Door deze integratie wordt een hoge mate van waterdichtheid en een goede compacte constructie bereikt. Doordat deze LNB twee antennes kent (één vor horizontaal, en één voor verticaal gepolariseerde signalen. De meeste lnbf's kiezen bij een voedings-spanning van 13 Volt verticaal en bij 18 Volt horizontaal gepolariseerde signalen. Zie ook UNIVERSELE LNBF. LO Local Oscilator. Dit is ook een onderdeel dat verpakt wordt in de LNB(F). Dit is het vaste frequentieblok om de frequentie naar beneden te transformeren. De LO wordt van de ontvangstfrequentie afgetrokken. LOF Dit staat voor Local Oscillator Frequentie. De frequentie v/d oscillator in de LNC omlaagmixen naar de eerste middenfrequentie. LOW-BAND Frequentiegebied tussen 10.7-11.7 GHz Luminantie Dat deel van het videosignaal dat uitsluitend helderheids-informatie bevat. Bij PAL en SECAM is dit het belangrijkste signaal; zowel in amplitude als in frequentie is dit signaal veeleisender dan het chrominantie (kleur) signaal. LUMINANTIE Dit is het deel van het videosignaal dat de helderheidsinformatie bevat. Dit is eigenlijk het belangrijkste signaal. Belangrijker nog dan de Chrominantie (kleurinformatie). LUXCRYPT Luxcrypt was een coderingsvorm die door RTL 4, 5, SBS 6 en Veronica werd gebruikt toe zij nog in analoge vorm uitzonden. MAC Multiple Analog Components is de preciese benaming van deze afkorting. Dit is "de andere" manier van transport van tv beelden. De inmiddels meest bekende vorm is D2MAC en stamt uit begin 80-er jaren. D2MAC zou later HDMAC (bandbreedte 12 MHz) en HDTV worden, maar dit wil vooralsnog niet lukken. Sterker nog, het hele MAC gebeuren is inmiddels door DVB achterhaald. MAC / D2MAC MULTIPLE ANALOG COMPONENTS. Een alternatieve manier van transport van tv-signalen, die in het begin van der 80-er jaren ontwikkeld is. Het meest bekend is de D2MAC norm, die in versie twee nog van digitaal geluid voorzien is. HDMAC zou HDTV brengen, maar is nimmer van de grond gekomen. De MAC norm is inmiddels door de DVB norm achterhaald. Interessant is de BMAC variant, die gebruikt wordt om signalen gecodeerd uit te zenden. Geliefd bij o.a. het Amerikaanse leger. MAGNETISCHE POLARIZER De magnetische / ferriet polarizer heeft als taak de gewenste signalen door te laten, en de ongewenste niet. Omdat bij de meeste satellieten gepolariseerd wordt uitgezonden (horizontaal, vertikaal of circulair), om ruimte te besparen, kunnen er op 1 frequentie 2 signalen worden uitgezonden. De keuze van horizontaal of vertikaal ontvangst wordt bij een magnetische polarizer gemaakt om variabele stroom door een spoel te laten vloeien. Zo kan er traploos afgeregeld worden en naar een spikevrij beeld gekeken worden. MAIN LEVEL Is een kwaliteiscriterium voor digitale beeldoverdracht. MARCONI-SYSTEEM LNC waarbij de polarisatierichting via de voedingsspanning wordt omgeschakeld. Vertikale polarisatie: 14,5 V en horizontale polarisatie: 17,0 V. MCPC Multiple Carrier Per Channel. Elk station met signaal middels "eigen" uplink naar satelliet, waarna het in een pakket samen met andere stations op e e n kanaal middels een downlink naar uw ontvanger wordt gestuurd. MDD Meteorological Data Distribution. MECHANISCHE POLARIZER Bij de mechanische polarizer wordt de verdraaing verkregen om de antennes te kantelen. Hierbij zijn de verliezen wat beperkter dan bij de magnetische polarizer. De mechaniek heeft wel meer last van vocht en temperatuur. MEDIUM-POWER-SATELLIET Satellietsysteem met een zendvermogen van max. 100 W per transponder. MESHSCHOTEL De meshschotel is een schotel voorzien van gaten in het oppervlak. Het voordeel van deze schotel is dat u er doorheen kijken kan en minder windlast heeft. Het nadeel is dat er ook een percentage aan signalen doorheen gaat en dus verlies is. MHEG-5 Compressiemethode voor grafische aangelegenheden voor DVB-ontvangers. (www.MHEG5.com) MHP Multi Home Platform. Een onderdeel van DVB. MICROGOLF Dit is een electromagnetische trilling met een frequentie van 3 GHz of hoger ofwel een golflengte van 10 cm of kleiner. MIEC Meteorological Information Extraction Centre. Centrum voor bepaling van meteorologische parameters te Darmstadt. MOA Memorandum Of Agreement. MODULATIE Het aandeel van de informatie t.o.v. de draaggolf of carrier. MODULATOR Een apparaat of schakeling voor het moduleren. MODULEREN Ook wel modulatie en is de wijze van of be?nvloeding van een electromagnetische trillingsbron ( b.v. licht), radio- of TV zender, carrier voor het overbrengen van de informatie naar de ontvanger. MONITOR Een apparaat dat basisband signalen als TV-beelden kan weergeven. MOSAIC Meteosat Operational System for data Acquisition and InterChange. Integratie van de hoofdfuncties van het Meteosat-systeem. MOU Memorandum Of Understanding. MOUNT De mechanische constructie van een satelliet-ontvangstinstallatie, justeer-inrichting (juist instellen) voor azimuth en elevatie. MPEG MOVING PICTURES EXPERTS GROUP. De werkgroep die een norm voor digitale tv opgesteld heeft. De eerste versie ervan, MPEG-1 had nogal wat bijverschijnselen. De huidige norm, MPEG-2 is in dat opzicht veel beter en is ook onderdeel van de DVB-norm. MUF Maximum Usable Frquency, ofwel hoogst nog bruikbare frequentie. Multi-Feed Een recent populair geworden methode om m.b.v. een vast opgestelde schotel toch meerdere satellieten te kunnen ontvangen. Men heeft geen kostbare draai-mechanismes en besturingen nodig. Nadelen: beperkt draaibereik en de nodige verliezen. Multicrypt Dit is de benaming voor de universele receivers ofwel CI receivers die onder druk van de markt zijn ontstaan. Multicrypt receivers zijn dus receivers die m.b.v. losse CAM's meerdere verschillende coderingen kunnen verwerken. Multiplexer Bij digitale satelliet televisie worden verschillende programma's op één transponder ondergebracht door middel van een multiplexer. NagraVision Een coderingssysteem dat vooral veel gebruikt wordt door Spaanse en Turkse providers. NID network identification NIT Network Information Table. Het uit verschillende paketten bv "free to air" kanalen halen, en in een eigen "pakketje" plaatsen. Dit gebeurt o.a. in de Nokia MediaMaster, die lange tijd de enige was die dit kon. NOISE TEMPERATURE Ofwel ruistemp. Dit is de termische ruis van electronica apparaten, b.v. LNA/LNB, en wordt opgegeven in Kelvin ( K). NTSC NATIONAL TELEVISION STANDARD COMMITTEE. De Amerikaanse standaard voor analoge kleuren televisie. Was de eerste kleuren TV-standaard ter wereld. Wordt nog steeds grootschalig gebruikt. NVOD Near Video On Demand. Offset Hoek Dit is de hoek tussen de eigenlijke elevatie en feitelijke helling van een offset-schotel. Door deze hoeken kan een offset-schotel vrijwel verticaal worden opgesteld waardoor er bijvoorbeeld geen sneeuw op blijft liggen. Offset Schotel Een schotelconstructie waarbij de LNB niet in het hart, maar excentrisch is opgesteld. Een voor kleinere schotels veelgebruikte constructie die daar tot een hoger schotel-rendement leidt. Dit voordeel t.o.v. primefocus schotels neemt evenwel snel af naarmate de diameter groter wordt; het omslagpunt ligt rond de 120-150cm. De offsetschotel is ook veel gevoeliger voor met name regen. OFFSETPOLARISATIE Als een satelliet niet geheel in zuidelijke richting staat, worden de vertikale en horizontale signalen, niet "waterpas" ontvangen. Dit houdt in dat de LNB ook niet precies waterpas hoeft te staan. Het ligt in de bedoeling dat de ontvangst in het verlende van het uitgezonden signaal komt. De hoek die daardoor de schotel en lnb moet maken t.o.v. van waterpas heet offsetpolarisatie. OMROEPSATELLIET Satelliet met een vermogen van meer dan 200 W per transponder, door iedereen te ontvangen. OMT T-stuk of polarisatie-scheidingsfilter. OPEN TV Dit is een besturingssoftwarenorm voor digitale ontvangers. Wellicht een toekomstige Europese norm die een groot aantal mogelijkheden heeft, zoals Elektronische Programma Gids (EPG) en abonnementsvormen. Openings Hoek Dit is de totale schotel-verdraaing in graden, waarbij de veldsterkte van een te ontvangen transponder niet meer dan 3dB varieert. Een grote openings-hoek kan ontvangst-storingen opleveren wanneer er een satelliet in de buurt van de te ontvangen satelliet opereert. Voorbeeld hiervan is de TELECOM II-B (5 graden west) die door de TELECOM II-A (8 graden west) bij kleine schotels gestoord kan worden. De openingshoek wordt groter naarmate de schotel-maat kleiner is en omgekeerd. ORION Een satelliet op 37.5 gr West die vooral gebruikt wordt voor feeds. ORTHOMODE T-stuk. OSCAR Orbit Satellite Carrying Amateur Radio. Satelliet met aan boord door gelicenseerde zendamateurs gebouwde apparatuur. OSCILLATORFREQUENTIE Door het mengen met de frequentie v/d in de LNC ingebouwde oscillator wordt v/d ontvangstfrequentie van 10,950...11,750 GHz de eerste (satelliet-) MF van 950...1750 MHz gemaakt. Deze frequentie is voor de satelliet-tuner hanteerbaar en kan verder verwerkt worden. De "normale" oscillatorfrequentie van een LNC is 10 GHz; voor speciale toepassingen worden ook wel andere frequenties gebruikt. B.V. om verschil te maken tussen de polarisatierichtingen van het ASTRAsysteem: 10,259 GHz v en 9,95 GHz h in een 24-kanaalssysteem, resp. 10,25 GHz h en 9,65 GHz v. OSD ON SCREEN DISPLAY. Dit is een voorziening, waarbij via het tv-scherm instellingen van de satelliet-ontvanger zichtbaar worden gemaakt. Deze instellingen kunnen veelal via een afstands-bediening gewijzigd worden. OTS Orbital Test Satellite en was de eerste Europese communicatiesatelliet voor het 11 GHz bereik. OTS had 4 transponders (2x40 MHz en 2x120 MHz). Hij is experimenteel gebruikt op televisiegebied in de periode van mei '78 tot december '83. Ook werden via deze satelliet de eerste tv-programma's van het Britse Satellite Television plc. en het Franse Antenne2 doorgegeven aan Europese kabelnetten. P-FRAME Een in MPEG2 voorgeschreven mannier van digitale beeldopbouw. Dit P(redictive)-frame bevat maar een gedeelte van de totale beeldinhoud die uitsluitend uit verschillen moet bestaan uit voorgaande beelden. Packet Het kleinst denkbare gedeelte van het digitale data-transport. Een packet heeft een identifier (PID), waarbij de digitale satelliet-ontvanger kan onderscheiden of het packet beeld-, geluid- danwel anderssoortige informatie bevat. PAL Een norm voor het overdragen van kleursignalen. In Europa het meest gebruikt. PALPLUS Het in Duitsland ontworpen PALPLUS is uitontwikkeld toen m.n. Engeland een afwijzende houding aannam tegen D2MAC. Het aantal beeldlijnen t.o.v. het PAL-signaal is verminderd, daardoor onstaan die zwarte balken boven en onder in het beeld. In deze onstane ruimte wordt de zg helper informatie met het beeld meegezonden. De informatie heeft veelal betrekking tot de scherpteverbetering in breedbeelduitzendingen. Hiermee is nog steeds niet de kwaliteit beter dan de D2MAC uitzendingen en is het niet te gebruiken bij HDTV. PALPLUS moet dus worden gezien als echte tussennorm. HDTV dat hetzelfde formaat als de filmbeelden heeft. Formaat 9:16 met 1250 beeldlijnen in Europa, 1125 in Japan, en 1050 in Amerika. Panda Een norm voor het comprimeren / decomprimeren van analoge geluids-signalen waarbij uiteindelijk winst wordt gemaakt zowel t.o.v. de signaal/ruis verhouding als bij de bereikbare dynamiek. Bij ASTRA (veel EUTELSAT programma's) inmiddels de meest gebruikte norm. PARABOOL Een kromming, wiskundig bepaald, met het kenmerk dat alle evenwijdige binnenkomende/ invallende lijnen in 1 punt samenvallen (brandpunt). Pay Per View Met pay per view (ppv) wordt betaaltelevisie aangeduid. Films, sportwedstrijden etc. worden per stuk vrijgeschakeld wanneer je daarvoor betaalt. PAY-TV-PROGRAMMA Programma's die zonder er voor te betalen niet ontvangen mogen of kunnen worden (abonnee-tv). PCR Zorgt voor een juiste synchronisatie van beeld en geluid en tal van andere signaaltimingen. PCR is een onderdeel van een datapakket bij digitale (TV) transmissie. PDUS Primary Data User Station. PERIODE De tijd voor een volledige, steeds herhalende beweging, b.v. circulair of een slinger van een klok. Ook van sinus-blok-of driehoekvormige ( zaagtand) electrische spanning of stroom. PFA Prime Focus Antenna. Normale positionering van de feed (LNB/LNC) precies in het brandpunt van de paraboolantenne. Dit in tegenstelling tot een cassegrain-antenne. PFD Power Flux Density of vermogensfluxdichtheid, een maat voor relatieve signaalsterkte. Dit is het werkelijk gemeten, loodrecht op het aardoppervlak invallend vermogen. Hierbij wordt rekening gehouden met de signaaldemping tussen satelliet en ontvangstantenne; deze PFD heeft ongeveer een grootte van enkele pW (picowatt). PFD=EIRP-10log(4D?), EIRP= effectief afgestraald vermogen, D= afstand tussen satelliet en antenne. PID PACKET IDENTIFIER DATA. De digitale satelliet-ontvanger herkent aan de PID een groot aantal zaken, bijvoorbeeld of het packet wel bij het gekozen programma behoort en zoja of het packet geluid, beeld danwel data bevat en of het gecodeerd is. Polar mount Een mechanisme waarop de schotel bevestigd wordt, waarbij bij verdraaing van de schotel de elevatie automatisch zodanig wordt bijgesteld dat de twee uitricht-parameters voor een satelliet, AZIMUTH en ELEVATIE. altijd voor elke satelliet correct zijn. POLARISATIE Richten van de golfbeweging van de electromagnetische golven, om per kanaal meer programma's te kunnen verzenden. Zo kennen we lineaire polarisatie (horizontaal, vertikaal) en circulair (links- of rechtsdraaiend). POLARISATIE-SCHEIDINGSFILTER (OMT) Dit wordt gebruikt om de 2 verschillende polarisatierichtingen die bij de feed (LNB/LNC) aankomen, van elkaar te scheiden. Zo wordt bv. een lineair gepolariseerde golf gescheiden in een vertikale en een horizontaal component. Positioner Dit is vaak een apart kastje naast de ontvanger, dat commando's aan de actuator geeft en dus zorg draagt voor verdraaing van de schotel. Dit kastje bevat een CPU en geheugen om voor een aantal satellieten de precieze lokatie te kunnen onthouden. Sommige satelliet-ontvangers hebben een ingebouwde positioner. POWERVU Een vooral in de VS gebruikte coderingsvorm bij digitale TV. PRE- en DE-EMPFASIS De techniek om signaal/ruisafstand van een frequentie- of fasegemoduleerd signaal te verbeteren. Aan de zenderzijde wordt het signaal door een filternetwerk gestuurd, maar waar de hogere frequenties meer worden versterkt dan de lage. Dit heet pre-emphasis. Aan de ontvangerzijde wordt dit weer ongedaan gemaakt. Dit heet de-emphasis. Het signaal is weer in de oorspronkelijke vorm terug. Bij satellietuitzendingen is het grondstation zender terwijl de ontvanger bij de kijker/luisteraar staat. De transponders van de satelliet converteren het signaal alleen naar een juiste zendfrequentie en retouneren dit weer richting aarde, zonder dat er aan de modulatie van dit signaal iets veranderd is. Primefocus schotel In tegenstelling tot de offset-schotel is de LNB in het symmetrische hart van het systeem opgenomen. Doordat de LNB een stukje signaal afdekt is de versterking, vooral bij kleinere diameters, kleiner dan bij offset-schotels. PROBE Antenne PSK Phase Shift Keying ofwel fasemodulatie. Dit wordt o.a. bij DSR (Digitale Satelliet Radio) gebruikt. PTFE PolyTetra-FluorEthyleen, meer bekend onder de naam teflon en is een verliesarm, hoogwaardig diëlektricum. PTY Program TYping ofwel programmasoort-indentificatie en wordt gebruikt bij DSR. QPSK Modulatiemethode om efficient digitale informatie door de ether te sturen. Per hoogfrequentie sinus worden twee bitjes (digibits) overgezonden doordat er zowel in het amplitude- als in het fasedomein gewerkt wordt. QUATRO LNB Een LNB die in staat is d.m.v. een schakel-spanning of puls twee op zich 'opgerekte' frequentie-banden te kunnen ontvangen. Noodzakelijk voor iedere schotel-fanaat die alles vanaf de ASTRA 1D t/m ASTRA 1F qua frequenties bestrijken wil en voor ontvangst van digitale signalen. RADIOFREQUENTIE Het gedeelte van het electromagnetische spectrum dat voor draadloze communicatie wordt gebruikt ( 30KHz tot 300GHz). RADOOM Een kunstof koepel met daarin een satelliet/ radar-antenne met electrische richtapparatuur. RDCS Regional Data Collection System, regionaal, data-acquisitie systeem (acquisitie=verwerving). Ruisgetal Alle elektronika heeft als ongewenst neven-effect dat er ook ruis ontstaat. De kwaliteit van elektronika in dit opzicht wordt doorgaans als een ruisgetal weergegeven. Zie ook LNB. RUISTEMPERATUUR Zie noisetemperatuur. S-BAND Frequentiegebied tussen 2.535 en 2.655 GHz. S.T.T. Satellite Television Technology door Bob Cooper jr. opgerichte organisatie voor bevordering van kennis betreffende satellietontvangst. S/N Signal-to-Noise ratio of Signaal/ruisverhouding. De verhouding van het nuttig vermogen tot het ruisvermogen en wordt opgegeven in dB's. De S/N-verhouding wordt via de demodulatiewinst uit de C/N-verhouding afgeleid. De S/N-verhouding mag in de praktijk niet beneden de 45dB komen. SATELLIET Een voorwerp of kunstmaan dat rond een hemellichaam cirkelt. Zo is de maan een satelliet van onze aarde. Satelliet Freqenties C-BAND; Een frequentiegebied dat grote schotels vergt. Ligt tussen 3,7 en 4,1 GHz. KU-BAND; Frequentiegebied voor satelliet-communicatie. Ligt tussen 10,7 en 18,0 GHz. FSS-BAND; Onderdeel van de KU-BAND, loopt van 10,7 t/m 11,75 GHz. DBS-BAND; Onderdeel van de KU-BAND, loopt van 11,75 tot 12,5 GHz. TELECOM-BAND; Onderdeel van de KU-BAND, loopt tussen 12,5 en 12,75 GHz. SATELLIETRADIO Met behulp van sub-carriers (hulp-draaggolven) worden er via satellieten zowel analoge als digitale radioprogramma's uitgezonden. Satelliettuners de-modeleren deze signalen zodat ze met een hifi-installatie kunnen worden weergegeven. SATELLIETRECEIVER Dit is een ontvanger, die van de convertor afkomstige signalen (schotel) de-modelleerd en op maat maakt voor de tv. SATELLIETTERMINAL De ontvanger voor microgolven incl. de schotel, downconverter e.d. satellietsignalen b.v. in basisband, videosignalen kan omzetten. SATFINDER De satfinder is een apparaatje dat signaalsterkte meet en wordt tijdens het plaatsen van een schotel vaak gebruikt als hulpje. De satfinder wordt tussen de LNB en de tuner geplaatst. SAW Survace Acoustic Wavefilter. Oppervlaktegolf-filter. Scart Een door BARCO eind 60-er jaren toegepaste koppel-methode tussen video- en monitor apparatuur. Wordt in huidige consumenten-elektronika inmiddels grootschalig toegepast. De aansluitingen zijn genormeerd. SCART-CONNECTOR Syndicat des Constructors d'Appareils Radio Recepteurs et Televiseurs. Het Franse equivalent van de Duitse VDE. Een genormeerde koppeling tussen video- en monitorapparatuur. SCHADUWWERKING Belemmering van satellietontvangst door obstakels als bergen, gebouwen, bomen e.d. SCPC SINGLE CHANNEL PER CARRIER. Bij digitale tv worden doorgaans vele programma's op één draaggolf ondergebracht (zie multiplexer). Vooral voor feeds heeft men ook een methode bedacht waarbij slechts 1 programma op 1 draaggolf is ondergebracht, de z.g. SCPC. SCRAMBLE Het met opzet ongeschikt maken van TV-beelden voor normale ontvangst. SDUS Secondary Data User Station. SECA Seca is een dochteronderneming van Canal+, en houdt zich bezig met DVB technieken. Een andere benaming voor Seca is "Mediaguard", en is in Frankrijk 'n standaard. Mediaguard (Seca) is te vergelijken met Irdeto (cam). Canal+ wil tot een totaal standerisering komen en Seca ook graag in Nedeland als standaard invoeren. Secam Een andere televisienorm voor kleur-signalen. In Europa met name door Frankrijk en Griekenland, maar ook door de GOS gebruikt. SEGMENTSPIEGEL Dit is een paraboolspiegel (schotel) die uit afzonderlijke segmenten is opgebouwd / samengesteld. SES Société Européenne des Satellite. Eigenaar van de Astra satellieten, gevestigd in Luxemburg. SFERISCHE ANTENNE Een slechts in 1 richting gebogen schotel waarmee satellieten uit iets afwijkende richting zonder draaien v.d. antenne kunnen worden ontvangen. SHF-OMZETTER Een andere term voor LNC (Low Noise Converter). SID service identification SIMULCRYPT Een methode (een DVB vorm) om twee coderingsvormen op e e n programma te plaatsen. Hierdoor kunnen twee verschillende decoders dit programma ongecodeerd naar de tuner sturen. SIS Een coderingsvorm met name populair bij de EBU. SIS betekend Sound in Sync. SIS is niet ontwikkeld voor codering maar uit nood onstaan in de 70-er jaren bij een tekortkoming aan de studiovideorecorders. Het geluid wordt bij de horizontale terugslagpuls in digitaale vorm met het beeld opgeslagen. Skew Een fijnregel voorziening om de polariteit van de ontvangen zender optimaal af te stemmen. Deze fijn-regel-voorziening is met name bij draaibare installaties dringend gewenst, omdat bij schotel-verdraaing ook een rotatie van de LNB-antenne optreedt, zodat daarvoor ook moet worden gecorrigeerd. Smartcard Een chipkaart die over zowel een processor als over geheugen beschikt en waarvan de inhoud via de satellietsignalen m.b.v. de satellietreceiver beinvloed kan worden. Providers programmeren in feite jouw abonnementskaart om daarmee te bepalen welke zenders je wel of niet mag kijken. SMPS Dit staat voor Switch Mode Power Supply, of een geschakelde voeding in gewoon Nederlands. Een voedingssoort met een hoog rendement en weinig warmteontwikkeling. SNG SATELLITE NEWS GATHERING (ook wel ENG). Satelliet-techniek heeft snelle doorgifte van nieuws-beelden mogelijk gemaakt. Ter plaatse zorgt een mobiele uplink station via een satelliet voor verbinding met de tv-studio. Spikes Een door vrijwel iedereen als on-aangenaam ervaren verstoring van het beeld (en geluid). Openbaart zich in de vorm van witte danwel zwarte horizontale streepjes in het beeld. Indien dit verschijnsel zich voordoet, dan is uw schotel te klein om een goed signaal te krijgen. SPLITTER Een electronische schakeling (actief/passief) die er voor zorgt, dat 2 ontvangers op 1 antenne kunnen werken. Door gebruik van zo'n schakeling is er altijd wel een nadeel, nl. signaalverlies. SPOT-BEAM Het verzorgingsgebied van een satelliet word met spot-beam aangegeven, als het uitgestraalde vermogen op een relatief klein deel van het aardoppervlak wordt geconcentreerd . SST Sea Surface Temperature, de temperatuur van het zee-oppervlak. STRALER De antenne (golfgeleider-ingang) voor de converter. Subcarrier Hulpdraaggolf. De transport-methode voor het overbrengen van kleur en geluid. Het geluid wordt voor analoge modulatie eerst op een hulpdraaggolf FM gemoduleerd (bijv. 6,50MHz.) en het totale signaal wordt dan op micro-golfnivo opnieuw FM gemoduleerd. Symbol Rate (SR) Een getal dat aangeeft uit hoeveel digibits (zie QPSK) een digitaal gemoduleerde draaggolf bestaat. Bij een symbol-rate van 27,5MBps worden dus 55 miljoen bits per seconde overgezonden. Dit is inclusief de extra correctie-bits die nodig zijn om een verminkt signaal te kunnen herkennen. SYNCHRONISATIE Een schakeling waarmee bepaalde informatie overdracht bij een ontvanger " in de pas loopt" met zaken aan de zendtzijde. Syster Een oude coderingsvorm voor analoge tv-signalen, die lang weerstand aan hackers geboden heeft. SYSTER werd veel gebruikt door de Franse stations. SYSTER Een coderingsvorm voor analoge signalen. Deze vorm werd veel gebruikt bij Spaans-talige zenders. Komt nog sporadisch voor. TCP/IP Meest bekende en uniforme transportprotocol (internet protocol). Door gebruik van dit protocol, maakt elk transporterend netwerk onderling compatibel. TDMA Time Division Multiplex Acces. Wordt veelal toegepast bij datatransmissies. TELECOM BAND Is ook een onderdeel van de ku-band, maar dan voor telecom doeleinden. Het frequentiegebied ligt tussen 12.5 en 12.75 GHz. TEM Transversal ElectroMagnetic wave. de leiding waarbij het energietransport plaatsvindt d.m.v. wisselende electrische en magnetische veldcomponenten, en waarbij in de lengterichting van de leiding geen veldcomponenten optreden. TERRESTRISCH Op aarde toegepast ( aards). Zie ook DVB-T. TESUG The European Satellite User Group. THRESHOLD De limiet in dB's waaronder een satellietontvanger niet mag komen om nog een behoorlijk beeld te kunnen leveren. Dit kwaliteiscriterium geeft aan hoeveel het signaal (carrier) sterker moet zijn dan de ruis. TID transponder identification TORSIEMOMENT Dit geldt bij de installatie van een antennevoet of antennemast. Eigenlijk het wrikken van het matiriaal door b.v. de wind. Torsiemoment (Nm) = windbelasting (N) x afstand (m). Transponder Dit is de in de satelliet gereserveerde zendruimte voor een bepaald station. TRANSPORTSTREAM Het uit veel programma's samengesteld digitaal signaal, die na modulatie, op een transponder wordt gezet. Treshold Dit is de limiet waaronder een satelliet-ontvanger niet meer goed werkt, doordat er dan teveel spikes (meer dan 16%) optreedt bij analoge ontvangst. De treshold (in dB) geeft aan hoeveel het signaal (carrier) sterker moet zijn dan de ruis en is dus een belangrijk kwaliteits-criterium voor ontvangers. TRIPLE BAND LNB Een wat oudere lnb die de DBS, FSS en de Telecom band tezamen kon ontvangen. TUNER Dit is het ontvangstgedeelte van uw satellietontvanger. De tuner wordt afgestemd op 'n signaal en de ontvanger verwerkt het signaal verder. Dit is het demodeleren naar audio en video. TVRO TV Receive Only en is een term voor satellietontvangstinstallatie en bestaat uit een parabool antenne en een satelliettuner met eventuele decoders of descramblers. TWTA Traveling Wave Tube Amplifier (zendbuizen). Deze speciale zendbuizen (ook wel lopende golfbuizen) kunnen microgolven versterken. UCT Universal Time Code (de modernere naam voor GMT). Universele LNBF Dit is een LNBF die twee frequentie-gebieden (van 10.7 tot 11.75 en van 11.75 tot 12.75GHz.) kan ontvangen. Deze speciale lnbf is mede op aandringen van de ASTRA-beheerder (SES) ontworpen. De bandomschakeling geschiedt door middel van een 22KHz. toonimpuls en de omschakeling van de polarisatie volgens het 13 volt / 18 volt -regieme. Een ander kenmerk van deze lnbf is dat de local oscillator voor de hoge band geen 10.750GHz, zoals vroeger gebruikelijk was, maar in verband met mogelijke storingen naar 10.600GHz. terug is gebracht. Door dit laatste moet de satelliet-ontvanger wel tot 2150MHz. kunnen afstemmen, ten einde alle zenders van de hoge band op te kunnen ontvangen. UPLINK Het van het grondstation opgestraalde signaal richting de satelliet. UTH Upper Tropospheric Humudity, de relatieve luchtvochtigheid van het bovenste deel van de troposfeer. VERMOGENSFLUXDICHTHEID Zie PFD. VERSLUIERING Bewust gestoorde syngronisatiepulsen of supergeponeerde stoorsignalen boven op het videosignaal om het beeld niet direct zichtbaar te maken. Dergelijke methodes zijn niet te vergelijken met coderen. VERZORGINGSGEBIED Dit is eigenlijk een ander woord voor de z.g. voetprint. De gebieden waarbinnen de satelliet met een bepaalde schoteldiameter ontvangen kan worden. Viaccess Een van de nieuwere codeersystemen. Vooral veelgebruikt in Frankrijk. STRALER De antenne (golfgeleider-ingang) voor de converter. Subcarrier Hulpdraaggolf. De transport-methode voor het overbrengen van kleur en geluid. Het geluid wordt voor analoge modulatie eerst op een hulpdraaggolf FM gemoduleerd (bijv. 6,50MHz.) en het totale signaal wordt dan op micro-golfnivo opnieuw FM gemoduleerd. Symbol Rate (SR) Een getal dat aangeeft uit hoeveel digibits (zie QPSK) een digitaal gemoduleerde draaggolf bestaat. Bij een symbol-rate van 27,5MBps worden dus 55 miljoen bits per seconde overgezonden. Dit is inclusief de extra correctie-bits die nodig zijn om een verminkt signaal te kunnen herkennen. SYNCHRONISATIE Een schakeling waarmee bepaalde informatie overdracht bij een ontvanger " in de pas loopt" met zaken aan de zendtzijde. Syster Een oude coderingsvorm voor analoge tv-signalen, die lang weerstand aan hackers geboden heeft. SYSTER werd veel gebruikt door de Franse stations. SYSTER Een coderingsvorm voor analoge signalen. Deze vorm werd veel gebruikt bij Spaans-talige zenders. Komt nog sporadisch voor. TCP/IP Meest bekende en uniforme transportprotocol (internet protocol). Door gebruik van dit protocol, maakt elk transporterend netwerk onderling compatibel. TDMA Time Division Multiplex Acces. Wordt veelal toegepast bij datatransmissies. TELECOM BAND Is ook een onderdeel van de ku-band, maar dan voor telecom doeleinden. Het frequentiegebied ligt tussen 12.5 en 12.75 GHz. TEM Transversal ElectroMagnetic wave. de leiding waarbij het energietransport plaatsvindt d.m.v. wisselende electrische en magnetische veldcomponenten, en waarbij in de lengterichting van de leiding geen veldcomponenten optreden. TERRESTRISCH Op aarde toegepast ( aards). Zie ook DVB-T. TESUG The European Satellite User Group. THRESHOLD De limiet in dB's waaronder een satellietontvanger niet mag komen om nog een behoorlijk beeld te kunnen leveren. Dit kwaliteiscriterium geeft aan hoeveel het signaal (carrier) sterker moet zijn dan de ruis. TID transponder identification TORSIEMOMENT Dit geldt bij de installatie van een antennevoet of antennemast. Eigenlijk het wrikken van het matiriaal door b.v. de wind. Torsiemoment (Nm) = windbelasting (N) x afstand (m). Transponder Dit is de in de satelliet gereserveerde zendruimte voor een bepaald station. TRANSPORTSTREAM Het uit veel programma's samengesteld digitaal signaal, die na modulatie, op een transponder wordt gezet. Treshold Dit is de limiet waaronder een satelliet-ontvanger niet meer goed werkt, doordat er dan teveel spikes (meer dan 16%) optreedt bij analoge ontvangst. De treshold (in dB) geeft aan hoeveel het signaal (carrier) sterker moet zijn dan de ruis en is dus een belangrijk kwaliteits-criterium voor ontvangers. TRIPLE BAND LNB Een wat oudere lnb die de DBS, FSS en de Telecom band tezamen kon ontvangen. TUNER Dit is het ontvangstgedeelte van uw satellietontvanger. De tuner wordt afgestemd op 'n signaal en de ontvanger verwerkt het signaal verder. Dit is het demodeleren naar audio en video. TVRO TV Receive Only en is een term voor satellietontvangstinstallatie en bestaat uit een parabool antenne en een satelliettuner met eventuele decoders of descramblers. TWTA Traveling Wave Tube Amplifier (zendbuizen). Deze speciale zendbuizen (ook wel lopende golfbuizen) kunnen microgolven versterken. UCT Universal Time Code (de modernere naam voor GMT). Universele LNBF Dit is een LNBF die twee frequentie-gebieden (van 10.7 tot 11.75 en van 11.75 tot 12.75GHz.) kan ontvangen. Deze speciale lnbf is mede op aandringen van de ASTRA-beheerder (SES) ontworpen. De bandomschakeling geschiedt door middel van een 22KHz. toonimpuls en de omschakeling van de polarisatie volgens het 13 volt / 18 volt -regieme. Een ander kenmerk van deze lnbf is dat de local oscillator voor de hoge band geen 10.750GHz, zoals vroeger gebruikelijk was, maar in verband met mogelijke storingen naar 10.600GHz. terug is gebracht. Door dit laatste moet de satelliet-ontvanger wel tot 2150MHz. kunnen afstemmen, ten einde alle zenders van de hoge band op te kunnen ontvangen. UPLINK Het van het grondstation opgestraalde signaal richting de satelliet. UTH Upper Tropospheric Humudity, de relatieve luchtvochtigheid van het bovenste deel van de troposfeer. VERMOGENSFLUXDICHTHEID Zie PFD. VERSLUIERING Bewust gestoorde syngronisatiepulsen of supergeponeerde stoorsignalen boven op het videosignaal om het beeld niet direct zichtbaar te maken. Dergelijke methodes zijn niet te vergelijken met coderen. VERZORGINGSGEBIED Dit is eigenlijk een ander woord voor de z.g. voetprint. De gebieden waarbinnen de satelliet met een bepaalde schoteldiameter ontvangen kan worden. Viaccess Een van de nieuwere codeersystemen. Vooral veelgebruikt in Frankrijk.