Koudemiddelen
In alle warmtepompen zitten koudemiddelen. Een koudemiddel is een vloeistof, maar met een veel lager kookpunt dan bijvoorbeeld water. Het neemt de relatief lage temperatuur van de omgeving op en vervolgens wordt het in de warmtepomp snel naar een hogere temperatuur gebracht door het samen te persen (pompen). Er zijn veel verschillende koudemiddelen, zowel synthetische als natuurlijke.
Synthetische koudemiddelen
Dit zijn stoffen die van nature niet voorkomen, maar door de mens zijn ontwikkeld voor industriële doeleinden. Synthetische koudemiddelen zijn (H)CFK’s en HFK’s. Deze stoffen (zoals R410a en R134a) hebben een schadelijk effect op de ozonlaag. De stof R410a (wordt veel gebruikt in machines die koelen tot 0°C, zoals koelkasten en airconditioners) heeft een GWP van maar liefst 2088. Op basis van de verdragen van Montreal (1992) en Kyoto (2007) zijn chloorhoudende koudemiddelen, zogenaamde CFK’s en HCFK’s verboden.
De meeste warmtepompen (en ook koelkasten) bevatten HFK’s (ook wel f gassen genoemd) als koudemiddel. Dit zijn ook synthetische koudemiddelen. F gassen zijn zware broeikasgassen en vallen onder een streng regime: monteurs en bedrijven die werken met deze koudemiddelen dienen gecertificeerd te zijn. Daarnaast is vanuit Europa vastgelegd dat we naar 2030 toe het gebruik van F gassen willen reduceren.
Natuurlijke koudemiddelen
Dat klinkt meteen een stuk beter. Dit zijn stoffen die ook van nature voorkomen in het milieu, zoals water, CO2 (R744) en Koolwaterstoffen, zoals ethaan (R170) en propaan (R290). Veel Warmtepompen maken gebruik van R290 (dus propaan) als koudemiddel. Het grote voordeel van het toepassen van R290 is de lagere belasting van het milieu. GWP van R290 is slechts 3 (ter vergelijking: de GWP waarde van R410a bedraagt 2088!). warmtepompen met R290 koudemiddel zijn dus niet alleen goed voor uw portemonnee maar ook goed voor het milieu.
R290