tv_free Geplaatst: 14 juni 2002 Geplaatst: 14 juni 2002 Is al eerder aan de orde geweest - kan helaas niets meer vinden. Ik wordt gesommeerd mijn schotel te verwijderen ondanks dat ie geheel binnen mijn balkon staat en is volgens de reglement NIET op of aan het gebouw bevestigd. (het reglement is van de vereniging van huiseigenaren) Met welke artikel van het verdrag van Rome kan ik een beroep op doen om dit aan te vechten. <img src="/ubbthreads/images/icons/confused.gif" alt="" /> Dank en groeten Hoe meer ik leer - hoe meer ik besef hoe onwetend ik ben..
Gast Geplaatst: 14 juni 2002 Geplaatst: 14 juni 2002 Klinkt misschien lullig, maar ikzelf had/heb hetzelfde probleem. Officieel mag ik geen schotel aan mijn (huur) huis bevestigen, dus heb ik em op mijn schuurdak staan met een tegelvoet <img src="/ubbthreads/images/icons/cool.gif" alt="" /> Komt er nou eentje zeuren hier dan maak ik het heel kort met hem : Ik stuur hem naar een aantal flats waar veel MEDElanders wonen en die hebben ALLEMAAL een flinke schotel, dat mag dan wel, want die mensen zijn zielig, ver van huis etc. en moeten natuurlijk hun eigen zenders kunnen kijken. In mijn geval : Casema gaat het pakket splitsen (dus meer betalen natuurlijk) en dan zeg ik em gewoon op. Blijft er over : Sateliet ontvangst. Ofwel : Kabel opzeggen en vertellen dat Sateliet je enige manier is om aan je trekken te komen qua sociale gebeurtenissen <img src="/ubbthreads/images/icons/wink.gif" alt="" />
borsjea Geplaatst: 14 juni 2002 Geplaatst: 14 juni 2002 Het volgende verhaal van de veron site geplukt, zie bijlage
tv_free Geplaatst: 15 juni 2002 Auteur Geplaatst: 15 juni 2002 @borsjea Indien ik op bijlage click, kom ik op de index pagina terecht. @ozzo Ik ben ook een "zielige MEDElander". Er zijn meerdere bewoners met schotels op balkon en zover ik heb kunnen achterhalen, ben ik de enige gesommeerde. Affijn, het is niet eerlijk - en iedere vorm van discriminatie is verwerpelijk. Groet Hoe meer ik leer - hoe meer ik besef hoe onwetend ik ben..
Gast Geplaatst: 15 juni 2002 Geplaatst: 15 juni 2002 @tv-freak Ach, ze noemen het in de volksmond 'positieve discriminatie' maar ik krijg er toch een oneerlijk gevoel over. De één wel en de ander niet, moet niet kunnen vind ik.....
borsjea Geplaatst: 15 juni 2002 Geplaatst: 15 juni 2002 @tv-freak Waarschijnlijk nog een bugje in de nieuwe software. Met wat knip en plakwerk plaats ik het document maar hier. Informatie voor officials en afdelingsbestuurders VERON - Public Relations Commissie 08-1997 Juridische zaken - D - Pagina 5 ANTENNEPLAATSING EN DE VEREISTE TOESTEMMING informatie ten behoeve van de leden In vele gevallen is voor het plaatsen van een antenne toestemming van de verhuurder van de woning en/of een bouwvergunning van de gemeente nodig. In het kort kunnen daarover de volgende opmerkingen worden gemaakt: 1. Toestemming van de verhuurder Veel huurcontracten bevatten de bepaling dat zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder geen antennes mogen worden geplaatst. Hiertoe zal men derhalve een aanvraag moeten indienen, vergezeld van een fotokopie van de zendmachtiging (c.q. stukken waaruit blijkt dat men luisteramateur is), aan de hand waarvan wordt aangetoond dat men als bona fide amateur over en adequate antenne moet kunnen beschikken en het collectieve antennesysteem daarin niet kan voorzien. Als regel zal men tevens duidelijk moeten maken dat het niet om 27 MHz-activiteiten gaat, daar men anders misschien toestemming voor een "balkonspriet" krijgt. Het is vaak niet verstandig meteen een imposante tekening bij te voegen, aangezien daar een afschrikwekkende werking van uit kan gaan. Gaat het om een mast waarvoor tevens bouwvergunning nodig is, dan verwijs ik U naar het hierna onder 2. gestelde. Gaat het echter om een klein mastje (bijvoorbeeld een antenne op het dak) dan zou men eens kunnen bezien of voor een gevraagde tekening misschien kan worden volstaan met een kopie uit de folder van de antennefa-brikant. Een tekening op schaal heeft namelijk het nadeel dat de afmetingen van de antenne ten opzichte van het gebouw onmiddellijk opvallen. Wel zal U uiteraard de wijze van bevestiging en de te gebruiken materialen moeten aangeven. De verhuurder zal een goede reden moeten hebben om te kunnen weigeren, daar hij anders in strijd handelt met artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) dan wel de redelijkheid en billijkheid waarmee de huurovereenkomst ten uitvoer moeten worden gelegd. Op de volgende pagina's vindt U een schrijven, bestemd voor woningverhuurders, omtrent de rechten van de zendamateur. Onder het hoofd "De uitvoering van de huur-overeenkomst/EVRM verdrag" wordt een aantal mogelijke argumenten van de verhuurder weerlegd. Veel argumenten van de verhuurder kunnen hier worden ondergebracht, zoals bijvoorbeeld het argument dat de antenne esthetisch niet verantwoord is. Hierdoor worden immers de belangen van de verhuurder in de regel niet geschaad. In de slotconclusie vindt U vermeld dat een en ander ook van toepassing is op luisteramateurs. Aangezien op afstand niet kan worden beoordeeld of iemand die geen machtiging heeft een bona fide amateur is en de belangen van het radio-amateurisme zouden worden geschaad indien met hulp van de VERON toestemming voor een antenne zou worden verkregen om illegale activiteiten uit te oefenen, is er voor gekozen het informatieblad voor verhuurders in deze map op te nemen. Bij eventueel gerezen problemen kan het afdelingsbestuur, na kennis te hebben genomen van de plannen van de amateur, aan hem/haar een kopie van dit informatieblad ter hand stellen. Mogelijk kan in sommige gevallen ook bemiddeld worden bij een plaatselijke woningbouwvereniging, aangezien plaatselijke bestuurders soms bekend zijn, persoonlijk benaderd kunnen worden etc. Blijft een verhuurder hardnekkig weigeren, ook nadat men zijn argumenten aan de hand van het gestelde in het informatieblad heeft weerlegd, dan heeft verdere correspondentie vermoedelijk weinig zin en kan in laatste instantie de kantonrechter (die bevoegd is inzake huurgeschillen) mogelijk nog uitkomst bieden. 2. Bouwvergunningen Volgens artikel 43 Woningwet is geen bouwvergunning vereist voor het plaatsen van een antenne die van de voet af gemeten een hoogte heeft van niet meer dan 5 meter. Dergelijke antennes zijn ook vrij van welstandstoetsing. De plaatsing aan of bij een monument is echter van deze regeling uitgezonderd. Wat volgens dit artikel onder antenne wordt verstaan heeft reeds tot veel verwarring aanleiding gegeven. Plaatst U zich altijd op het standpunt dat voor een constructie die niet hoger is dan 5 meter geen vergunning is vereist. Zie ook het VADEMECUM. Voor schotelantennes met een grotere doorsnede dan 1 meter geldt een bijzondere regeling (artikel 42 en het Besluit meldingsplichtige bouwwerken). Voor het geval een bouwvergunning vereist is (voor vrijstaande masten zal dit wel altijd het geval zijn) kan men aanvraagformulieren verkrijgen bij de gemeente. Er moet een tekening worden ingediend en als regel een sterkteberekening. Het is raadzaam alleen vergunning aan te vragen voor de mast en niet voor de daarop te plaatsen antennes. Indien ook vergunning zou worden aangevraagd voor de antennes, kan men daaraan later niets meer wijzigen zonder een nieuwe bouwvergunning aan te vragen. Bovendien zou dan ook het uiterlijk van de antenne in de beoordeling worden getrokken. Geef echter wèl aan dat de mast bestemd is voor draaibare horizontale richtantenne(s) voor .... (bijvoorbeeld: wereldwijd radioverkeer op kortegolf- amateurbanden). Stelt u zich zo nodig op het standpunt dat voor horizontale antennes géén bouwvergunning is vereist, op grond van art. 43 lid 1 sub i van de Woningwet (immers: niet hoger dan 5 meter). Alvorens B en W besluiten omtrent al dan niet verlenen van de bouwvergunning, brengt de welstandscommissie advies uit. Men dient er op bedacht te zijn dat nogal eens bezwaren bestaan tegen vakwerkmasten. Een algeheel antenneverbod kan niet worden toegepast, aangezien dit in strijd is met artikel 10 EVRM. Het tweede lid van artikel 10 laat echter wel beperkingen toe, onder meer ter bescherming van de rechten van anderen. Als de mast onevenredig bezwarend voor omwonenden wordt geacht, kan een negatief welstandsadvies of een beperkende bepaling in een bestemmingsplan er toe leiden dat de vergunning mag worden geweigerd. Bij bezwaren van omwonenden zullen hun belangen en die van de radioamateur moeten worden afgewogen. Daarbij moet onder meer worden beoordeeld of de mast in de gewenste vorm en omvang noodzakelijk is om het recht op vrijheid van meningsuiting te kunnen uitoefenen (als aan te voeren argument valt bijvoorbeeld te denken aan een technische vereiste minimumhoogte, die voor een HF-beam een halve golflengte moet bedragen om een kleine opstralingshoek te realiseren). Indien zich geen situatie voordoet die, gelet op het tweede lid van artikel 10 EVRM, beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting rechtvaardigt (bijvoorbeeld: er is geen welstandsbezwaar, omwonenden hebben verklaard geen bezwaar te maken) kan de gemeente niet louter wegens strijd met het bestemmingsplan de vergunning weigeren. Op grond van artikel 10 EVRM, in verband met artikel 94 Grondwet, moet de beperkende bepaling in het bestemmingsplan dan buiten toepassing blijven. Een zogenaamde anticipatieprocedure (ook wel genaamd artikel 19-procedure) is daarvoor niet noodzakelijk. De amateur zal zich echter ook kritisch moeten afvragen of datgene wat hij/zij wil wel altijd redelijk is. Hierbij kan gewezen worden op het geval van plaatsing van een zo hoge mast op een woning dat de welstandscommissie tot de conclusie kwam dat hier sprake was van een antenne met een huis er aan. De amateur mocht wel een mast achter het huis plaatsen, waartegen hij echter bezwaar had omdat dat duurder was. Dit laatste kan niet als redelijk argument worden aangevoerd. Pas op als een gemeente U als afdelingsbestuur benadert met het verzoek om medewerking te willen verlenen aan het vaststellen van uniforme richtlijnen voor antennemasten. De gemeente zal dan ongetwijfeld aanvoeren dat zo'n regeling in het belang is van de amateur, aangezien daarmee vergunningen gemakkelijk en snel kunnen verleend. Met dergelijke richtlijnen zal men echter in het algemeen beperking beogen (zoals: uitsluitend ongetuide masten bestaande uit één enkele buisconstructie, maximumhoogte etc.). Zoals ook in bijgaand informatieblad uiteengezet, zijn uniforme richtlijnen niet te geven. Waarschuwing M.b.t. het hierboven gestelde kan de juistheid etc. niet worden gegarandeerd, aangezien de rechter in een concreet geval anders kan oordelen Zo heeft bijvoorbeeld de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad zich in een conclusie bij een cassatiezaak, omtrent een geschil met een verhuurder over een TV-antenne, afgevraagd of het ‘genot’ van het dak wel behoort tot het gehuurde woongenot (m.a.w. appartement gehuurd en niet het dak). Kennelijk waren kantonrechter en rechtbank in die zaak een andere opvatting toegedaan en bevatte hun vonnis daaromtrent geen overwegingen, zodat de Hoge Raad (03-11-1989) aan beantwoording van die vraag (gelukkig?) niet is toegekomen. Art. 10 lid 2 EVRM laat beperkingen toe van het recht op vrijheid van meningsuiting (o.m. ter bescherming van rechten van anderen), zodat het recht mag worden beperkt indien een belangenafweging uitvalt in het voordeel van anderen (verhuurder/ omwonenden) wier rechten bescherming verdienen. De jurisprudentie inzake geschillen met verhuurders heeft nog niet tot een duidelijke conclusie kunnen leiden. Uit het bovenstaande volgt dat deze informatie bestemd is voor de leden en NIET voor verstrekking aan derden, zoals verhuurders, gemeenten, etc. informatie voor verhuurders van woningen Inleiding Hoewel de meeste woningen of wooncomplexen zijn aangesloten op een centrale antenne-inrichting, zullen verhuurders van woningen incidenteel verzoeken van huurders ontvangen om toestemming tot het plaatsen van een antenne. In verband met de aansluiting op een kabelsysteem is in de huurovereenkomst veelal een bepaling opgenomen waarin het de huurder verboden wordt een antenne te plaatsen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder. Bij het streven naar beperking van het aantal dak-antennes is het enkele malen voorgekomen dat een zendamateur in eerste instantie geen toestemming kreeg tot het plaatsen van de voor hem zo essentiële antenne, dan wel de toestemming onder dermate beperkende voorwaarden werd verleend (veelal als gevolg van een door de verhuurder ontworpen standaardregeling welke uitsluitend rekening hield met antennes voor de 27 MHz-band) dat in feite sprake was van "onmogelijk maken". Een frappant voorbeeld is hier de toestemming voor een "spriet" aan het balkon. Meestal bleek dat dit geschiedde op grond van onvoldoende bekendheid met het wezen van het radiozendamateurisme. Ter nadere toelichting van de positie van de zendamateur diene daarom het volgende: De Amateur Radio Dienst Radiozendamateurs zijn houders van een amateurradio-zendmachtiging, welke hen, na een daartoe afgelegd examen, werd verleend door de Minister van Verkeer en Waterstaat. Deze machtigingen bestaan in Nederland reeds sinds 1929. Van een nieuw "verschijnsel" is dus geen sprake. Amateurstations en de Amateur Radio Dienst zijn reeds lang erkend en geclassificeerd door de International Telecommunication Union (ITU), een gespecialiseerde onderorganisatie van de Verenigde Naties. De Amateur Radio Dienst wordt in de ITU Radio Regulations (Verdrag van Genève) gedefinieerd als "Een Dienst van zelfontwikkeling, intercommunicatie en technische onderzoekingen, uitgeoefend door amateurs, zijnde behoorlijk bevoegde personen, met belangstelling voor radiotechniek, uitsluitend met een persoonlijk oogmerk en zonder financieel belang". Het radiozendamateurisme wordt internationaal als maatschappelijk waardevol erkend, m.a.w. de zendamateurs worden gezien als een groep die een bijdrage levert tot verhoging van het communicatietechnisch potentieel van de gemeenschap. Op grond hiervan is het radiozendamateurisme als een Dienst geclassificeerd, zoals dat ook het geval is met bijvoorbeeld de omroep, luchtvaartnavigatie, etc. Wereldwijd zijn aan de Amateur Radio Dienst een aantal frequentiebanden toegewezen (waaronder niet is begrepen genoemde 27 Mhz-band), welke banden verschillende eigenschappen hebben ten aanzien van golfvoortplanting en derhalve afwisselend moeten worden gebruikt (sommige banden zijn bij uitstek geschikt voor Europees verkeer, op andere banden is afwisselend wereldwijd verkeer mogelijk, afhankelijk van zonne-activiteit en de seizoenen). Onder de huidige omstandigheden waaronder de amateur moet werken dient hij wel professioneel te zijn in zijn communicatie en elektronische kennis. De grote ervaring met radiocommunicatie, vaak onder zeer moeilijke omstandigheden, met een eenvoudige tot zeer ingewikkelde apparatuur, maakt de zendamateurs in het algemeen tot een groep competente verbindingsmensen. Het belang van dit op vrijwillige basis ontstane potentieel treedt duidelijk naar voren bij calamiteiten. Als voorbeeld noemen wij U de watersnoodramp van 1953. Het waren de Nederlandse zendamateurs die na het uitvallen van alle officiële verbindingen gedurende de eerste drie dagen onder vaak zeer primitieve omstandigheden de communicatie tussen de rampgebieden en Den Haag in stand hielden. Wij zouden hier talloze buitenlandse en internationale voorbeelden aan kunnen toevoegen. Men denke slechts aan de door zendamateurs geboden hulp in het geval van natuurrampen als aardbevingen en wervelstormen, waaromtrent de media regelmatig berichten. Onderscheid Amateur Radio Dienst en Algemene Communicatie Zoals opgemerkt hanteren sommige verhuurders (nog steeds) voorwaarden of standaardregelingen welke kennelijk uitsluitend of in hoofdzaak betrekking hebben op "sprietantennes" voor de 27 Mhz-band. Derhalve maken wij U er op attent dat de Amateur Radio Dienst wèl dient te worden onderscheiden van de communicatie-activiteiten op de 27 MHz-band, waaraan iedere burger met een typegoedgekeurd apparaat zonder machtiging kan deelnemen, zulks voor willekeurige doeleinden over korte afstanden. Inderdaad worden voor deze algemene communicatie veelal "sprietantennes" gebruikt. Als regel worden daarentegen in de Amateur Radio Dienst horizontale draaibare antennes, alsook draadantennes, toegepast, waarvan de afmetingen hoofdzakelijk technisch bepaald zijn (met name door de gebruikte frequentie). Aangezien Nederland drie verschillende categorieën amateurmachtigingen kent, elk met verschillende bevoegdheden, terwijl binnen de Amateur Radio Dienst zeer vele mogelijkheden en interessegebieden bestaan (radioverkeer met alle uithoeken van de wereld, internationale wedstrijden, technische conversatie met collega's in binnen- en buitenland, experimenten met microgolven, satellietverkeer, digitale verbindingen enz. enz.), zal U duidelijk zijn dat deze pluriformiteit tot gevolg heeft dat uniforme regels voor antennes voor zendamateurs (in tegenstelling tot 27 MHz-antennes) nauwelijks te geven zijn. Het behoeft uiteraard geen betoog dat het ook wel enig verschil maakt of communicatie wordt gevoerd over een afstand van bijvoorbeeld 10 kilometer dan wel wereldwijd. De uitvoering van de huurovereenkomst/EVRM-Verdrag. De zendamateur is met een collectief antennesysteem in zoverre niet gebaat dat dit geen voorzieningen kan bieden voor zijn radioverbindingen. Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) waarborgt in artikel 10 eveneens de rechten van de zendamateur tegenover de overheid, zoals jarenlange jurisprudentie van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State heeft uitgewezen, waarin onder meer gemeentelijke verboden of beperkingen tot plaatsing van antennes door zendamateurs als in strijd met dit Verdrag worden aangemerkt, tenzij bij wijze van uitzondering extreme gevallen tot beperking zouden nopen. Uitgangspunt is dat het Verdrag zoveel mogelijk zijn werking moet hebben, aangezien een fundamenteel recht in het geding is. De burgerlijke rechter oordeelt artikel 10 EVRM eveneens van toepassing in huurverhoudingen, daarbij enerzijds in aanmerking nemend de aard van het gewaarborgde grondrecht en anderzijds het feit dat een huurovereenkomst van een woning een behoefte is van zeer primaire aard. Een en ander blijkt bijvoorbeeld uit uitspraken van kantonrechter en rechtbank te Assen, opgenomen in N.J. 1987 nr. 15. De rechtbank overwoog daarbij onder meer dat de juistheid van de weigering getoetst moet worden aan artikel 10 EVRM, terwijl verder de weigering een aantasting vormt van het woongenot waarop huurder recht heeft, voorzover daarbij niet een redelijk belang van de verhuurder wordt aangetast. In de meeste gevallen wordt derhalve aan zendamateurs de -veelal contractueel vereiste -toestemming tot plaatsing van een antenne verleend. Uiteraard kan de verhuurder hierbij wel voorwaarden stellen voor wat betreft de degelijkheid van de constructie, eventuele inschakeling van de technische dienst, WA-verzekering etc. Indien de antenne op bouwkundig verantwoorde wijze wordt geplaatst worden de belangen van de verhuurder in geen enkel opzicht geschaad, in welk geval voor weigering geen plaats is. Een weigering van de toestemming zonder zwaarwegende gronden welke noodzakelijk zijn ter bescherming van gerechtvaardigde belangen van de verhuurder, moet worden aangemerkt te zijn gedaan in strijd met artikel 10 EVRM. Aangezien een dergelijke weigering geacht moet worden te zijn geschied zonder redelijk motief, zal alleen reeds hierom sprake zijn van strijd met de redelijkheid en billijkheid waarmee volgens het Burgerlijk Wetboek de huurovereenkomst ten uitvoer moet worden gelegd, terwijl bovendien kan worden gesteld dat woongenot zonder de mogelijkheid tot een vrijetijdsbesteding als de onderhavige in deze tijd als beperkt woongenot moet worden aangemerkt. In een enkel geval heeft de verhuurder zijn bezorgdheid uitgesproken met betrekking tot de kans op storingen. Ingevolge de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen en de daarop geënte regelingen, alsmede de voorschriften verbonden aan de amateurradiozendmachtiging, dient de apparatuur aan strenge eisen te voldoen, terwijl deze voorschriften voorts bepalingen bevatten welke een ongestoord gebruik van elektronische consumentenapparatuur van derden beogen te waarborgen. Eventuele storingsklachten worden behandeld door het klachtenbureau radiostoringen van de Rijksdienst voor Radiocommunicatie (RDR), overeenkomstig door de Minister van Verkeer en Waterstaat vastgestelde regels. Conclusie Op grond van het hierboven uiteengezette onderscheid tussen Amateur Radio Dienst en Algemene Communicatie moet het voor U mogelijk zijn desgewenst een gedifferentieerd beleid te voeren ten aanzien van de plaatsing van antennes. Voorts zijn bij onze vereniging een aantal leden geregistreerd als luisteramateurs, die zich bezig houden met ontvangst van het amateurradioverkeer, ontvangstexperimenten en het verzenden van ontvangstrapporten, vaak mede ter voorbereiding op het zendexamen, en op wie mutatis mutandis het bovenstaande van overeenkomstige toepassing is. NB Het is dus van belang dat je aantoont dat wat jij wilt ontvangen alleen met behulp van jou schotel antennen kan, ik heb als argument gebruikt uitzendingen in de portugeese taal, zit niet op de kabel maar wel op de sateliet. Je kan bovenstaand ducoment ook dowloaden op de service pagina van de veron http://www.veron.nl De toegangscode van deze maand is 13287 1
Tonskidutch Geplaatst: 15 juni 2002 Geplaatst: 15 juni 2002 De zaken die in een vereniging van eigenaren regelement staan opgenomen / staan niet altijd in verhouding met hetgeen er in het burgelijk wetboek met betrekking tot privaat rechterlijke aspekten omtrent rechten van de individu worden vastgelegd of ookwel toegestaan cq beschreven. Bouwbesluit en het recht op informatievergaren staat dus hier in allereerste plaats boven de huisregelementen. dat is dus een slecht regelement... en je hoeft je er niks van aan te trekken. Natuurlijk vinden we het niet allemaal even mooi en perfekt al die wokken aan de gevels maar dat geld net zo voor de soort gordijnen die deze of gene heeft hangen achter het glas. En daar gaan we toch niet over lullen. Als de vereniging iets wil doen moeten ze budget vrij maken opdat een schotel minder opvallend op het platte dak kan staan, dus een schotelparkje mogelijk maken. Anders kunnen ze zulke regels niet implementeren. Dus vereniging ofwel een steigeropbouw op het dak voor schotelbevestiging ofwel mond houden. cheers Mr. Blue Sky Electric Light Orchestra
Gast Geplaatst: 15 juni 2002 Geplaatst: 15 juni 2002 >Bouwbesluit en het recht op informatievergaren staat dus hier in allereerste plaats boven de huisregelementen. >dat is dus een slecht regelement... >en je hoeft je er niks van aan te trekken. Ik wil je graag gelijk geven, maar dit is niet helemaal waar. Als jij ergens komt wonen en je zet je hantekening onder een huisregelement waarin een schotel plaatsen verboden wordt, dan moet je van verdraait goede huize komen om daar nog onderuit te kunnen. Je bent er met die hantekening mee akkoord gegaan.
Gast Geplaatst: 15 juni 2002 Geplaatst: 15 juni 2002 Ik kan ook wel een kontrakt maken waarin ik zeg dat mijn personeel voor een 1 euro per uur moeten werken. Echter zijn er wetten die daar boven staan en mij verplichten minstens het minimumloon te betalen. Dus dat hoeft niets te zeggen.
Gast Geplaatst: 15 juni 2002 Geplaatst: 15 juni 2002 Ik vind het voorbeeld een beetje uit zijn verband gerukt, maar wat mij betreft geloof je er heilig in. Ik kan net zo goed een ander voorbeeld noemen: Iemand die aan de deur jou een handtekening laat zetten wat later een koopkontrakt blijkt te zijn, is duidelijk een oplichter en dat mag ook niet van de wet. Toch zit je er aan vast. De wetgever heeft daarom een noodwet gemaakt die jou bedenktijd geeft. De geldigheid van de handtekening moest gewaarborgd blijven, omdat anders iedereen overal onderuit zou kunnen komen als het hem niet goed uit komt.
Gast Geplaatst: 15 juni 2002 Geplaatst: 15 juni 2002 Over dat laatste wil ik nog wel wat zeggen. Er zijn vele gemeente en woning corporaties geweest, die een regel in hun gemeentelijke wetjes c.q huurcontracten hadden staan. Waarin het verboden was antennes te plaatsen op hun gebouwen door huurders en zelfs op eigen huizen. Deze zijn destijds meestal ingevoerd met de komst van de centrale antenne systemen. Ik weet niet meer precies wannneer, maar nadat daar een rechtzaak over geweest is in Strassbourg bij het Hof van de rechten van de Mens (zo heet dat geloof ik) en men dat gewonnen had. Is Nederland vanuit de EEG terecht gewezen dat dat niet mocht. De wetjes zijn toen verdwenen maar de regeltjes bij de div. verhuurders heeft men maar laten staan, onder het mom van getekend is getekend. Vervolgens zijn deze regeltjes door een aantal zendamateurs, vaak met juridische ondersteuning van een der amateurverenigingen, aangevochten en zijn daarna bijna allen in het gelijk gestelt. Maar ik zeg met nadruk bijna, omdat er soms wel eens situaties voordoen waardoor je dat niet voor elkaar zou krijgen (b.v dat de situatie gevaar oplevert voor anderen of wanneer datgene dat jij wilt zien of horen via de publieke voorzieningen ook te zien of te horen is.) MVG
Gast Geplaatst: 15 juni 2002 Geplaatst: 15 juni 2002 Laten we het niet te ingewikkeld maken. In sommige gevallen kan je aan een contract vast zitten. Bepaalde wetgeving gaat altijd boven een contract. De vraag is nu:" Gaat de wetgeving die je het recht geeft zenders te mogen ontvangen boven het kontrakt van de huisbaas of vereniging van huiseigenaren. Ja of de nee??
Gast Geplaatst: 16 juni 2002 Geplaatst: 16 juni 2002 Ik denk dat aniseb het heel treffend heeft gezegd. Niet in alle gevallen dus.
Gast Geplaatst: 16 juni 2002 Geplaatst: 16 juni 2002 Eerst even het ja of nee van alanS. Het is ja maar ook nee. Uitleg : er is geen wet die de verhuurder het recht geeft dit te verbieden, punt. Maar er zijn wel wetten die bepalen dat je een ander niet in gevaar mag brengen (er zijn nog wel meer dingen te bedenken waar men op terug kan vallen). Derhalve indien men hiermee voor de rechter gaat zal deze een afweging maken tussen de verschillende belangen. En daar vervolgens een uitspraak over doen. Dus geen ja, geen nee. Eigenlijk komt het er op neer dat de bezitter van de schotel aan moet kunnen tonen dat hij iets wil ontvangen, wat door de publieke instellingen niet geboden wordt en ook niet geboden gaat worden. En wannneer de verhuurder dit tegen wilhouden zal hij aan moeten tonen dat b.v dat de situatie gevaar oplevert voor anderen. Maar voor dat laatste heb je zelfs dit regeltje in het huurcontract nog niet nodig. Dus mocht dat laatste niet het geval zijn, dan zal de verhuurder wel met een hele goede redenen moeten komen wil men het plaatsen van een schotel kunnen verbieden.
Aanbevolen berichten
Maak een account aan of log in om te reageren
Je moet een lid zijn om een reactie te kunnen achterlaten
Account aanmaken
Registreer voor een nieuwe account in onze community. Het is erg gemakkelijk!
Registreer een nieuwe accountInloggen
Heb je reeds een account? Log hier in.
Nu inloggen