Ga naar inhoud


schotelverbod


tv_free

Aanbevolen berichten

Is al eerder aan de orde geweest - kan helaas niets meer vinden.

 

Ik wordt gesommeerd mijn schotel te verwijderen ondanks dat ie geheel binnen mijn balkon staat en is volgens de reglement NIET op of aan het gebouw bevestigd. (het reglement is van de vereniging van huiseigenaren)

 

Met welke artikel van het verdrag van Rome kan ik een beroep op doen om dit aan te vechten. <img src="/ubbthreads/images/icons/confused.gif" alt="" />

 

Dank en groeten

Hoe meer ik leer - hoe meer ik besef hoe onwetend ik ben..

Link naar reactie
Delen op andere sites


Klinkt misschien lullig, maar ikzelf had/heb hetzelfde probleem.

Officieel mag ik geen schotel aan mijn (huur) huis bevestigen, dus heb ik em op mijn schuurdak staan met een tegelvoet <img src="/ubbthreads/images/icons/cool.gif" alt="" />

Komt er nou eentje zeuren hier dan maak ik het heel kort met hem : Ik stuur hem naar een aantal flats waar veel MEDElanders wonen en die hebben ALLEMAAL een flinke schotel, dat mag dan wel, want die mensen zijn zielig, ver van huis etc. en moeten natuurlijk hun eigen zenders kunnen kijken.

 

In mijn geval : Casema gaat het pakket splitsen (dus meer betalen natuurlijk) en dan zeg ik em gewoon op. Blijft er over : Sateliet ontvangst.

 

Ofwel : Kabel opzeggen en vertellen dat Sateliet je enige manier is om aan je trekken te komen qua sociale gebeurtenissen <img src="/ubbthreads/images/icons/wink.gif" alt="" />

 

 

Link naar reactie
Delen op andere sites

@borsjea

Indien ik op bijlage click, kom ik op de index pagina terecht.

 

@ozzo

Ik ben ook een "zielige MEDElander". Er zijn meerdere bewoners met schotels op balkon en zover ik heb kunnen achterhalen, ben ik de enige gesommeerde. Affijn, het is niet eerlijk - en iedere vorm van discriminatie is verwerpelijk.

 

Groet

Hoe meer ik leer - hoe meer ik besef hoe onwetend ik ben..

Link naar reactie
Delen op andere sites

@tv-freak

 

Ach, ze noemen het in de volksmond 'positieve discriminatie' maar ik krijg er toch een oneerlijk gevoel over. De één wel en de ander niet, moet niet kunnen vind ik.....

 

 

Link naar reactie
Delen op andere sites

@tv-freak

 

Waarschijnlijk nog een bugje in de nieuwe software.

Met wat knip en plakwerk plaats ik het document maar hier.

 

Informatie voor officials en afdelingsbestuurders

VERON - Public Relations Commissie

08-1997

Juridische zaken - D - Pagina 5

ANTENNEPLAATSING EN DE VEREISTE TOESTEMMING

informatie ten behoeve van de leden

In vele gevallen is voor het plaatsen van een antenne toestemming van de verhuurder van

de woning en/of een bouwvergunning van de gemeente nodig. In het kort kunnen daarover

de volgende opmerkingen worden gemaakt:

1. Toestemming van de verhuurder

Veel huurcontracten bevatten de bepaling dat zonder voorafgaande schriftelijke

toestemming van de verhuurder geen antennes mogen worden geplaatst. Hiertoe zal

men derhalve een aanvraag moeten indienen, vergezeld van een fotokopie van de

zendmachtiging (c.q. stukken waaruit blijkt dat men luisteramateur is), aan de hand

waarvan wordt aangetoond dat men als bona fide amateur over en adequate antenne

moet kunnen beschikken en het collectieve antennesysteem daarin niet kan voorzien.

Als regel zal men tevens duidelijk moeten maken dat het niet om 27 MHz-activiteiten

gaat, daar men anders misschien toestemming voor een "balkonspriet" krijgt.

Het is vaak niet verstandig meteen een imposante tekening bij te voegen, aangezien

daar een afschrikwekkende werking van uit kan gaan.

Gaat het om een mast waarvoor tevens bouwvergunning nodig is, dan verwijs ik U

naar het hierna onder 2. gestelde. Gaat het echter om een klein mastje (bijvoorbeeld

een antenne op het dak) dan zou men eens kunnen bezien of voor een gevraagde

tekening misschien kan worden volstaan met een kopie uit de folder van de antennefa-brikant.

Een tekening op schaal heeft namelijk het nadeel dat de afmetingen van de

antenne ten opzichte van het gebouw onmiddellijk opvallen. Wel zal U uiteraard de

wijze van bevestiging en de te gebruiken materialen moeten aangeven.

De verhuurder zal een goede reden moeten hebben om te kunnen weigeren, daar hij

anders in strijd handelt met artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van

de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) dan wel de

redelijkheid en billijkheid waarmee de huurovereenkomst ten uitvoer moeten worden

gelegd. Op de volgende pagina's vindt U een schrijven, bestemd voor

woningverhuurders, omtrent de rechten van de zendamateur. Onder het hoofd "De

uitvoering van de huur-overeenkomst/EVRM verdrag" wordt een aantal mogelijke

argumenten van de verhuurder weerlegd. Veel argumenten van de verhuurder kunnen

hier worden ondergebracht, zoals bijvoorbeeld het argument dat de antenne esthetisch

niet verantwoord is. Hierdoor worden immers de belangen van de verhuurder in de

regel niet geschaad.

 

In de slotconclusie vindt U vermeld dat een en ander ook van toepassing is op

luisteramateurs.

Aangezien op afstand niet kan worden beoordeeld of iemand die geen machtiging

heeft een bona fide amateur is en de belangen van het radio-amateurisme zouden

worden geschaad indien met hulp van de VERON toestemming voor een antenne zou

worden verkregen om illegale activiteiten uit te oefenen, is er voor gekozen het

informatieblad voor verhuurders in deze map op te nemen.

Bij eventueel gerezen problemen kan het afdelingsbestuur, na kennis te hebben

genomen van de plannen van de amateur, aan hem/haar een kopie van dit

informatieblad ter hand stellen. Mogelijk kan in sommige gevallen ook bemiddeld

worden bij een plaatselijke woningbouwvereniging, aangezien plaatselijke bestuurders

soms bekend zijn, persoonlijk benaderd kunnen worden etc.

Blijft een verhuurder hardnekkig weigeren, ook nadat men zijn argumenten aan de

hand van het gestelde in het informatieblad heeft weerlegd, dan heeft verdere

correspondentie vermoedelijk weinig zin en kan in laatste instantie de kantonrechter

(die bevoegd is inzake huurgeschillen) mogelijk nog uitkomst bieden.

2. Bouwvergunningen

Volgens artikel 43 Woningwet is geen bouwvergunning vereist voor het plaatsen van

een antenne die van de voet af gemeten een hoogte heeft van niet meer dan 5 meter.

Dergelijke antennes zijn ook vrij van welstandstoetsing. De plaatsing aan of bij een

monument is echter van deze regeling uitgezonderd. Wat volgens dit artikel onder

antenne wordt verstaan heeft reeds tot veel verwarring aanleiding gegeven. Plaatst U

zich altijd op het standpunt dat voor een constructie die niet hoger is dan 5 meter geen

vergunning is vereist. Zie ook het VADEMECUM.

Voor schotelantennes met een grotere doorsnede dan 1 meter geldt een bijzondere

regeling (artikel 42 en het Besluit meldingsplichtige bouwwerken).

Voor het geval een bouwvergunning vereist is (voor vrijstaande masten zal dit wel

altijd het geval zijn) kan men aanvraagformulieren verkrijgen bij de gemeente. Er

moet een tekening worden ingediend en als regel een sterkteberekening. Het is

raadzaam alleen vergunning aan te vragen voor de mast en niet voor de daarop te

plaatsen antennes. Indien ook vergunning zou worden aangevraagd voor de antennes,

kan men daaraan later niets meer wijzigen zonder een nieuwe bouwvergunning aan te

vragen. Bovendien zou dan ook het uiterlijk van de antenne in de beoordeling worden

getrokken. Geef echter wèl aan dat de mast bestemd is voor draaibare horizontale

richtantenne(s) voor .... (bijvoorbeeld: wereldwijd radioverkeer op kortegolf-

amateurbanden). Stelt u zich zo nodig op het standpunt dat voor horizontale antennes

géén bouwvergunning is vereist, op grond van art. 43 lid 1 sub i van de Woningwet

(immers: niet hoger dan 5 meter).

Alvorens B en W besluiten omtrent al dan niet verlenen van de bouwvergunning,

brengt de welstandscommissie advies uit. Men dient er op bedacht te zijn dat nogal

eens bezwaren bestaan tegen vakwerkmasten.

Een algeheel antenneverbod kan niet worden toegepast, aangezien dit in strijd is met

artikel 10 EVRM.

Het tweede lid van artikel 10 laat echter wel beperkingen toe, onder meer ter

bescherming van de rechten van anderen. Als de mast onevenredig bezwarend voor

omwonenden wordt geacht, kan een negatief welstandsadvies of een beperkende

bepaling in een bestemmingsplan er toe leiden dat de vergunning mag worden

geweigerd.

Bij bezwaren van omwonenden zullen hun belangen en die van de radioamateur

moeten worden afgewogen. Daarbij moet onder meer worden beoordeeld of de mast in

de gewenste vorm en omvang noodzakelijk is om het recht op vrijheid van

meningsuiting te kunnen uitoefenen (als aan te voeren argument valt bijvoorbeeld te

denken aan een technische vereiste minimumhoogte, die voor een HF-beam een halve

golflengte moet bedragen om een kleine opstralingshoek te realiseren).

Indien zich geen situatie voordoet die, gelet op het tweede lid van artikel 10 EVRM,

beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting rechtvaardigt (bijvoorbeeld: er

is geen welstandsbezwaar, omwonenden hebben verklaard geen bezwaar te maken)

kan de gemeente niet louter wegens strijd met het bestemmingsplan de vergunning

weigeren. Op grond van artikel 10 EVRM, in verband met artikel 94 Grondwet, moet

de beperkende bepaling in het bestemmingsplan dan buiten toepassing blijven. Een

zogenaamde anticipatieprocedure (ook wel genaamd artikel 19-procedure) is daarvoor

niet noodzakelijk.

De amateur zal zich echter ook kritisch moeten afvragen of datgene wat hij/zij wil wel

altijd redelijk is. Hierbij kan gewezen worden op het geval van plaatsing van een zo

hoge mast op een woning dat de welstandscommissie tot de conclusie kwam dat hier

sprake was van een antenne met een huis er aan. De amateur mocht wel een mast

achter het huis plaatsen, waartegen hij echter bezwaar had omdat dat duurder was. Dit

laatste kan niet als redelijk argument worden aangevoerd.

Pas op als een gemeente U als afdelingsbestuur benadert met het verzoek om

medewerking te willen verlenen aan het vaststellen van uniforme richtlijnen voor

antennemasten. De gemeente zal dan ongetwijfeld aanvoeren dat zo'n regeling in het

belang is van de amateur, aangezien daarmee vergunningen gemakkelijk en snel

kunnen verleend. Met dergelijke richtlijnen zal men echter in het algemeen beperking

beogen (zoals: uitsluitend ongetuide masten bestaande uit één enkele buisconstructie,

maximumhoogte etc.). Zoals ook in bijgaand informatieblad uiteengezet, zijn uniforme

richtlijnen niet te geven.

Waarschuwing

M.b.t. het hierboven gestelde kan de juistheid etc. niet worden gegarandeerd,

aangezien de rechter in een concreet geval anders kan oordelen

Zo heeft bijvoorbeeld de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad zich in een conclusie

bij een cassatiezaak, omtrent een geschil met een verhuurder over een TV-antenne,

afgevraagd of het ‘genot’ van het dak wel behoort tot het gehuurde woongenot (m.a.w.

appartement gehuurd en niet het dak). Kennelijk waren kantonrechter en rechtbank in

die zaak een andere opvatting toegedaan en bevatte hun vonnis daaromtrent geen

overwegingen, zodat de Hoge Raad (03-11-1989) aan beantwoording van die vraag

(gelukkig?) niet is toegekomen.

Art. 10 lid 2 EVRM laat beperkingen toe van het recht op vrijheid van meningsuiting

(o.m. ter bescherming van rechten van anderen), zodat het recht mag worden beperkt

indien een belangenafweging uitvalt in het voordeel van anderen (verhuurder/

omwonenden) wier rechten bescherming verdienen.

De jurisprudentie inzake geschillen met verhuurders heeft nog niet tot een duidelijke

conclusie kunnen leiden.

Uit het bovenstaande volgt dat deze informatie bestemd is voor de leden en NIET

voor verstrekking aan derden, zoals verhuurders, gemeenten, etc.

 

informatie voor verhuurders van woningen

Inleiding

Hoewel de meeste woningen of wooncomplexen zijn aangesloten op een centrale antenne-inrichting,

zullen verhuurders van woningen incidenteel verzoeken van huurders ontvangen

om toestemming tot het plaatsen van een antenne.

In verband met de aansluiting op een kabelsysteem is in de huurovereenkomst veelal een

bepaling opgenomen waarin het de huurder verboden wordt een antenne te plaatsen zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder.

Bij het streven naar beperking van het aantal dak-antennes is het enkele malen

voorgekomen dat een zendamateur in eerste instantie geen toestemming kreeg tot het

plaatsen van de voor hem zo essentiële antenne, dan wel de toestemming onder dermate

beperkende voorwaarden werd verleend (veelal als gevolg van een door de verhuurder

ontworpen standaardregeling welke uitsluitend rekening hield met antennes voor de 27

MHz-band) dat in feite sprake was van "onmogelijk maken".

Een frappant voorbeeld is hier de toestemming voor een "spriet" aan het balkon.

Meestal bleek dat dit geschiedde op grond van onvoldoende bekendheid met het wezen van

het radiozendamateurisme.

Ter nadere toelichting van de positie van de zendamateur diene daarom het volgende:

De Amateur Radio Dienst

Radiozendamateurs zijn houders van een amateurradio-zendmachtiging, welke hen, na een

daartoe afgelegd examen, werd verleend door de Minister van Verkeer en Waterstaat. Deze

machtigingen bestaan in Nederland reeds sinds 1929. Van een nieuw "verschijnsel" is dus

geen sprake.

Amateurstations en de Amateur Radio Dienst zijn reeds lang erkend en geclassificeerd

door de International Telecommunication Union (ITU), een gespecialiseerde

onderorganisatie van de Verenigde Naties.

De Amateur Radio Dienst wordt in de ITU Radio Regulations (Verdrag van Genève)

gedefinieerd als "Een Dienst van zelfontwikkeling, intercommunicatie en technische

onderzoekingen, uitgeoefend door amateurs, zijnde behoorlijk bevoegde personen, met

belangstelling voor radiotechniek, uitsluitend met een persoonlijk oogmerk en zonder

financieel belang".

 

Het radiozendamateurisme wordt internationaal als maatschappelijk waardevol erkend,

m.a.w. de zendamateurs worden gezien als een groep die een bijdrage levert tot verhoging

van het communicatietechnisch potentieel van de gemeenschap. Op grond hiervan is het

radiozendamateurisme als een Dienst geclassificeerd, zoals dat ook het geval is met

bijvoorbeeld de omroep, luchtvaartnavigatie, etc.

Wereldwijd zijn aan de Amateur Radio Dienst een aantal frequentiebanden toegewezen

(waaronder niet is begrepen genoemde 27 Mhz-band), welke banden verschillende

eigenschappen hebben ten aanzien van golfvoortplanting en derhalve afwisselend moeten

worden gebruikt (sommige banden zijn bij uitstek geschikt voor Europees verkeer, op

andere banden is afwisselend wereldwijd verkeer mogelijk, afhankelijk van zonne-activiteit

en de seizoenen).

Onder de huidige omstandigheden waaronder de amateur moet werken dient hij wel

professioneel te zijn in zijn communicatie en elektronische kennis.

De grote ervaring met radiocommunicatie, vaak onder zeer moeilijke omstandigheden, met

een eenvoudige tot zeer ingewikkelde apparatuur, maakt de zendamateurs in het algemeen

tot een groep competente verbindingsmensen.

Het belang van dit op vrijwillige basis ontstane potentieel treedt duidelijk naar voren bij

calamiteiten. Als voorbeeld noemen wij U de watersnoodramp van 1953. Het waren de

Nederlandse zendamateurs die na het uitvallen van alle officiële verbindingen gedurende

de eerste drie dagen onder vaak zeer primitieve omstandigheden de communicatie tussen

de rampgebieden en Den Haag in stand hielden.

Wij zouden hier talloze buitenlandse en internationale voorbeelden aan kunnen toevoegen.

Men denke slechts aan de door zendamateurs geboden hulp in het geval van natuurrampen

als aardbevingen en wervelstormen, waaromtrent de media regelmatig berichten.

Onderscheid Amateur Radio Dienst en Algemene Communicatie

Zoals opgemerkt hanteren sommige verhuurders (nog steeds) voorwaarden of

standaardregelingen welke kennelijk uitsluitend of in hoofdzaak betrekking hebben op

"sprietantennes" voor de 27 Mhz-band. Derhalve maken wij U er op attent dat de Amateur

Radio Dienst wèl dient te worden onderscheiden van de communicatie-activiteiten op de

27 MHz-band, waaraan iedere burger met een typegoedgekeurd apparaat zonder

machtiging kan deelnemen, zulks voor willekeurige doeleinden over korte afstanden.

Inderdaad worden voor deze algemene communicatie veelal "sprietantennes" gebruikt.

Als regel worden daarentegen in de Amateur Radio Dienst horizontale draaibare antennes,

alsook draadantennes, toegepast, waarvan de afmetingen hoofdzakelijk technisch bepaald

zijn (met name door de gebruikte frequentie).

Aangezien Nederland drie verschillende categorieën amateurmachtigingen kent, elk met

verschillende bevoegdheden, terwijl binnen de Amateur Radio Dienst zeer vele

mogelijkheden en interessegebieden bestaan (radioverkeer met alle uithoeken van de

wereld, internationale wedstrijden, technische conversatie met collega's in binnen- en

buitenland, experimenten met microgolven, satellietverkeer, digitale verbindingen enz.

enz.), zal U duidelijk zijn dat deze pluriformiteit tot gevolg heeft dat uniforme regels voor

antennes voor zendamateurs (in tegenstelling tot 27 MHz-antennes) nauwelijks te geven

zijn. Het behoeft uiteraard geen betoog dat het ook wel enig verschil maakt of

communicatie wordt gevoerd over een afstand van bijvoorbeeld 10 kilometer dan wel

wereldwijd.

De uitvoering van de huurovereenkomst/EVRM-Verdrag.

De zendamateur is met een collectief antennesysteem in zoverre niet gebaat dat dit geen

voorzieningen kan bieden voor zijn radioverbindingen.

Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

vrijheden (EVRM) waarborgt in artikel 10 eveneens de rechten van de zendamateur

tegenover de overheid, zoals jarenlange jurisprudentie van de Afdeling rechtspraak van de

Raad van State heeft uitgewezen, waarin onder meer gemeentelijke verboden of

beperkingen tot plaatsing van antennes door zendamateurs als in strijd met dit Verdrag

worden aangemerkt, tenzij bij wijze van uitzondering extreme gevallen tot beperking

zouden nopen.

Uitgangspunt is dat het Verdrag zoveel mogelijk zijn werking moet hebben, aangezien een

fundamenteel recht in het geding is.

De burgerlijke rechter oordeelt artikel 10 EVRM eveneens van toepassing in

huurverhoudingen, daarbij enerzijds in aanmerking nemend de aard van het gewaarborgde

grondrecht en anderzijds het feit dat een huurovereenkomst van een woning een behoefte is

van zeer primaire aard. Een en ander blijkt bijvoorbeeld uit uitspraken van kantonrechter

en rechtbank te Assen, opgenomen in N.J. 1987 nr. 15. De rechtbank overwoog daarbij

onder meer dat de juistheid van de weigering getoetst moet worden aan artikel 10 EVRM,

terwijl verder de weigering een aantasting vormt van het woongenot waarop huurder recht

heeft, voorzover daarbij niet een redelijk belang van de verhuurder wordt aangetast.

In de meeste gevallen wordt derhalve aan zendamateurs de -veelal contractueel vereiste -toestemming

tot plaatsing van een antenne verleend.

 

Uiteraard kan de verhuurder hierbij wel voorwaarden stellen voor wat betreft de

degelijkheid van de constructie, eventuele inschakeling van de technische dienst, WA-verzekering

etc.

Indien de antenne op bouwkundig verantwoorde wijze wordt geplaatst worden de belangen

van de verhuurder in geen enkel opzicht geschaad, in welk geval voor weigering geen

plaats is.

Een weigering van de toestemming zonder zwaarwegende gronden welke noodzakelijk zijn

ter bescherming van gerechtvaardigde belangen van de verhuurder, moet worden

aangemerkt te zijn gedaan in strijd met artikel 10 EVRM.

Aangezien een dergelijke weigering geacht moet worden te zijn geschied zonder redelijk

motief, zal alleen reeds hierom sprake zijn van strijd met de redelijkheid en billijkheid

waarmee volgens het Burgerlijk Wetboek de huurovereenkomst ten uitvoer moet worden

gelegd, terwijl bovendien kan worden gesteld dat woongenot zonder de mogelijkheid tot

een vrijetijdsbesteding als de onderhavige in deze tijd als beperkt woongenot moet worden

aangemerkt.

In een enkel geval heeft de verhuurder zijn bezorgdheid uitgesproken met betrekking tot de

kans op storingen.

Ingevolge de Wet op de Telecommunicatievoorzieningen en de daarop geënte regelingen,

alsmede de voorschriften verbonden aan de amateurradiozendmachtiging, dient de

apparatuur aan strenge eisen te voldoen, terwijl deze voorschriften voorts bepalingen

bevatten welke een ongestoord gebruik van elektronische consumentenapparatuur van

derden beogen te waarborgen.

Eventuele storingsklachten worden behandeld door het klachtenbureau radiostoringen van

de Rijksdienst voor Radiocommunicatie (RDR), overeenkomstig door de Minister van

Verkeer en Waterstaat vastgestelde regels.

Conclusie

Op grond van het hierboven uiteengezette onderscheid tussen Amateur Radio Dienst en

Algemene Communicatie moet het voor U mogelijk zijn desgewenst een gedifferentieerd

beleid te voeren ten aanzien van de plaatsing van antennes.

Voorts zijn bij onze vereniging een aantal leden geregistreerd als luisteramateurs, die zich

bezig houden met ontvangst van het amateurradioverkeer, ontvangstexperimenten en het

verzenden van ontvangstrapporten, vaak mede ter voorbereiding op het zendexamen, en op

wie mutatis mutandis het bovenstaande van overeenkomstige toepassing is.

 

 

NB Het is dus van belang dat je aantoont dat wat jij wilt ontvangen alleen met behulp van jou schotel antennen kan, ik heb als argument gebruikt uitzendingen in de portugeese taal, zit niet op de kabel maar wel op de sateliet.

 

Je kan bovenstaand ducoment ook dowloaden op de service pagina van de veron http://www.veron.nl

De toegangscode van deze maand is 13287

  • Like 1
Link naar reactie
Delen op andere sites

De zaken die in een vereniging van eigenaren regelement staan opgenomen / staan niet altijd in verhouding met hetgeen er in het burgelijk wetboek met betrekking tot privaat rechterlijke aspekten omtrent rechten van de individu worden vastgelegd of ookwel toegestaan cq beschreven.

 

Bouwbesluit en het recht op informatievergaren staat dus hier in allereerste plaats boven de huisregelementen.

 

dat is dus een slecht regelement...

 

en je hoeft je er niks van aan te trekken.

 

Natuurlijk vinden we het niet allemaal even mooi en perfekt al die wokken aan de gevels maar dat geld net zo voor de soort gordijnen die deze of gene heeft hangen achter het glas. En daar gaan we toch niet over lullen.

 

Als de vereniging iets wil doen moeten ze budget vrij maken opdat een schotel minder opvallend op het platte dak kan staan, dus een schotelparkje mogelijk maken. Anders kunnen ze zulke regels niet implementeren.

Dus vereniging ofwel een steigeropbouw op het dak voor schotelbevestiging ofwel mond houden.

 

cheers

 

 

Monsoon, Club Mix

Nusrath Fateh Ali Kahn

 

Link naar reactie
Delen op andere sites

>Bouwbesluit en het recht op informatievergaren staat dus hier in allereerste plaats boven de huisregelementen.

>dat is dus een slecht regelement...

>en je hoeft je er niks van aan te trekken.

 

Ik wil je graag gelijk geven, maar dit is niet helemaal waar.

Als jij ergens komt wonen en je zet je hantekening onder een huisregelement waarin een schotel plaatsen verboden wordt, dan moet je van verdraait goede huize komen om daar nog onderuit te kunnen.

Je bent er met die hantekening mee akkoord gegaan.

 

 

Link naar reactie
Delen op andere sites

Ik kan ook wel een kontrakt maken waarin ik zeg dat mijn personeel voor een 1 euro per uur moeten werken.

Echter zijn er wetten die daar boven staan en mij verplichten minstens het minimumloon te betalen.

Dus dat hoeft niets te zeggen.

 

Link naar reactie
Delen op andere sites

Ik vind het voorbeeld een beetje uit zijn verband gerukt, maar wat mij betreft geloof je er heilig in.

Ik kan net zo goed een ander voorbeeld noemen:

Iemand die aan de deur jou een handtekening laat zetten wat later een koopkontrakt blijkt te zijn, is duidelijk een oplichter en dat mag ook niet van de wet.

Toch zit je er aan vast.

De wetgever heeft daarom een noodwet gemaakt die jou bedenktijd geeft.

De geldigheid van de handtekening moest gewaarborgd blijven, omdat anders iedereen overal onderuit zou kunnen komen als het hem niet goed uit komt.

 

 

 

Link naar reactie
Delen op andere sites

Over dat laatste wil ik nog wel wat zeggen. Er zijn vele gemeente en woning corporaties geweest, die een regel in hun gemeentelijke wetjes c.q huurcontracten hadden staan. Waarin het verboden was antennes te plaatsen op hun gebouwen door huurders en zelfs op eigen huizen. Deze zijn destijds meestal ingevoerd met de komst van de centrale antenne systemen.

Ik weet niet meer precies wannneer, maar nadat daar een rechtzaak over geweest is in Strassbourg bij het Hof van de rechten van de Mens (zo heet dat geloof ik) en men dat gewonnen had. Is Nederland vanuit de EEG terecht gewezen dat dat niet mocht. De wetjes zijn toen verdwenen maar de regeltjes bij de div. verhuurders heeft men maar laten staan, onder het mom van getekend is getekend. Vervolgens zijn deze regeltjes door een aantal zendamateurs, vaak met juridische ondersteuning van een der amateurverenigingen, aangevochten en zijn daarna bijna allen in het gelijk gestelt. Maar ik zeg met nadruk bijna, omdat er soms wel eens situaties voordoen waardoor je dat niet voor elkaar zou krijgen (b.v dat de situatie gevaar oplevert voor anderen of wanneer datgene dat jij wilt zien of horen via de publieke voorzieningen ook te zien of te horen is.)

 

MVG

Link naar reactie
Delen op andere sites

Laten we het niet te ingewikkeld maken.

In sommige gevallen kan je aan een contract vast zitten.

Bepaalde wetgeving gaat altijd boven een contract.

De vraag is nu:" Gaat de wetgeving die je het recht geeft zenders te mogen ontvangen boven het kontrakt van de huisbaas of vereniging van huiseigenaren.

Ja of de nee??

Link naar reactie
Delen op andere sites

Eerst even het ja of nee van alanS. Het is ja maar ook nee. Uitleg : er is geen wet die de verhuurder het recht geeft dit te verbieden, punt. Maar er zijn wel wetten die bepalen dat je een ander niet in gevaar mag brengen (er zijn nog wel meer dingen te bedenken waar men op terug kan vallen). Derhalve indien men hiermee voor de rechter gaat zal deze een afweging maken tussen de verschillende belangen. En daar vervolgens een uitspraak over doen.

 

Dus geen ja, geen nee.

 

Eigenlijk komt het er op neer dat de bezitter van de schotel aan moet kunnen tonen dat hij iets wil ontvangen, wat door de publieke instellingen niet geboden wordt en ook niet geboden gaat worden. En wannneer de verhuurder dit tegen wilhouden zal hij aan moeten tonen dat b.v dat de situatie gevaar oplevert voor anderen. Maar voor dat laatste heb je zelfs dit regeltje in het huurcontract nog niet nodig. Dus mocht dat laatste niet het geval zijn, dan zal de verhuurder wel met een hele goede redenen moeten komen wil men het plaatsen van een schotel kunnen verbieden.

Link naar reactie
Delen op andere sites

Maak een account aan of log in om te reageren

Je moet een lid zijn om een reactie te kunnen achterlaten

Account aanmaken

Registreer voor een nieuwe account in onze community. Het is erg gemakkelijk!

Registreer een nieuwe account

Inloggen

Heb je reeds een account? Log hier in.

Nu inloggen
  • Wie is er online   0 leden

    • Er zijn geen geregistreerde gebruikers deze pagina aan het bekijken
×
×
  • Nieuwe aanmaken...