Gast RSS-bot Geplaatst: 13 augustus 2014 Geplaatst: 13 augustus 2014 Omdat ik met vakantie ben deze week een aantal bijdragen van vaste bezoekers. Vandaag advocate Nine Bennink over haar privacyzorgen en onze laksheid met dit grondrecht. Een tijdje terug haalde ik mijn internetbestelling op in een winkel van een bekende modeketen. Het meisje achter de kassa vroeg naar mijn paspoort. Ik overhandigde het, waarop zij het documentnummer noteerde op een papiertje. Het papiertje verdween in een rode map. Verontwaardigd vroeg ik haar wat zij met die gegevens ging doen. “Geen idee”, kreeg ik als antwoord. Thuis heb ik direct de winkelketen gemaild. Ik wil weten waar die gegevens worden opgeslagen en waarom. Terecht. Privacy vind ik een belangrijk goed. Toch betrap ik mijzelf op inconsequent gedrag. Op internet ben ik namelijk niet zo oplettend waar mijn gegevens blijven. Bovendien accepteer ik klakkeloos de privacyvoorwaarden van verschillende social media waarmee ik mijn gegevens eenvoudig en zonder tegensputteren aan de desbetreffende dienst weggeef. Aan de hoeveelheid gebruikers van social media te zien ben ik niet de enige. Want ach, wie geeft er daadwerkelijk nog iets om privacy op internet? Als jurist is het voor mij teleurstellend dat het begrip ‘privacy’ niet wordt gedefinieerd in de wet. Ik ben dan ook aangewezen op de algemene uitleg van het begrip. Privacy schijnt tenminste uit twee onderdelen te bestaan, namelijk: het recht om alleen te zijn en de bescherming van onze gegevens. Ik voel mij vrijwel altijd onbespied en alleen op internet. Ik weet echter niet precies wat er over mij bekend is en waar mijn gegevens zich allemaal bevinden. Ik scherm mijn gegevens slecht af op internet. Niet omdat ik niets te verbergen heb, in tegendeel! Het is een soort struisvogelpolitiek die ik ook niet kan verklaren. Het online beschermen van privacy voelt voor mij minder noodzakelijk dan offline bescherming. Het slachtoffer worden van cybercriminaliteit overkomt toch alleen naïevelingen? Veel mensen zijn zich niet bewust van alle gevolgen die het delen van gegevens met zich meebrengt. Veel anderen zullen zich verschuilen achter het feit dat zij niet weten hoe de techniek werkt om bijvoorbeeld gegevens te kunnen versleutelen. Is de overheid de aangewezen instantie om ons te informeren en te beschermen tegen het ‘boze’ internet? De overheid heeft naar mijn idee alleen geen macht om daadwerkelijk de privacy op internet de beschermen zolang de burgers niet zelf zeer actief gegevens versleutelen. Internet is een ongrijpbaar en enorm medium waar de overheid (nog) niet op kan anticiperen. De gebruiksvriendelijke techniek is er. Ik ben er dan ook van overtuigd dat vrijwel iedereen kan leren hoe hij zijn gegevens moet versleutelen. We hebben er alleen geen zin in. Het zorgen voor een beveiligde opslag van gegevens, het doorlezen van privacyvoorwaarden die meer dan dertig pagina’s beslaan is te inspannend. Zonder WhatsApp en Facebook hebben we geen sociaal leven. We delen, linken en gebruiken diensten zonder na te denken. Volgens mij willen we niet echt weten wat er met onze gegevens gebeurt. Bedrijven zullen ons zo min mogelijk wijzen op onze online privacy. Onze laksheid is hun marketinginstrument. Ondernemingen zijn dol op onze zoekgeschiedenis, cookies en aangeklikte links. Met deze informatie kunnen zij mij overhalen om toch dat ene paar schoenen aan te schaffen dat weer als gesponsorde advertentie verschijnt. Zolang bedrijven het hier bij houden, vind ik het acceptabel. Wanneer ‘mijn’ vrienden op Facebook (niets is immers van mij op Facebook) mij die schoenen aanprijzen, gaat het voor mij te ver. Zolang wij als burgers te laks zijn en de overheid ons niet écht informeert, kan deze situatieschets werkelijkheid worden. We geven daadwerkelijk niets om onze online privacy. We zijn ook nog niet klaar voor een anoniem internet. Foto’s uploaden, delen, webwinkelen, klikken en zoeken op de manier zoals wij dat nu doen, is in ons dagelijks bestaan ingebakken. We accepteren dat we online net iets meer delen dat dat we dat in de kantine tijdens de lunchpauze zouden doen. Prima. Zolang we offline en online letten op de gevaren die er kunnen spelen, zie ik geen problemen. Toch koop ik mijn kleding bij die bewuste winkelketen nooit meer online. Ik winkel wel offline. Dat is tenminste lekker anoniem. Mijn naam is Nine Bennink. Na mijn studie Recht en ICT bij de RUG ben ik sinds februari 2014 werkzaam als advocaat bij Damsté op de sectie handels- en ondernemingsrecht. Ik houd mij voornamelijk bezig met IE/IT recht. Na werktijd dans ik salsa en kook ik graag. Kent u onze boekenserie Deskundig en praktisch juridisch advies al? Webwinkels, hosting, software, security en meer! Bron/Auteur: Arnoud Engelfriet
Aanbevolen berichten
Maak een account aan of log in om te reageren
Je moet een lid zijn om een reactie te kunnen achterlaten
Account aanmaken
Registreer voor een nieuwe account in onze community. Het is erg gemakkelijk!
Registreer een nieuwe accountInloggen
Heb je reeds een account? Log hier in.
Nu inloggen